Problemen oplossen
Statusmeldingen
Input Closed (Invoer gesloten)
De weergegeven druk kan niet op nul worden gezet omdat de druksensor niet
open staat naar de atmosfeer. Open de invoeraansluiting.
Output Closed (Uitvoer gesloten)
De weergegeven druk kan niet op nul worden gezet omdat de druksensor niet
open staat naar de atmosfeer. Open de uitvoeraansluiting.
High Voltage Warning
(Waarschuwing voor te hoge spanning)
Spanning was hoger dan 130 VAC. Motor is gestopt. Zorg ervoor dat de spanning
van het voedingsnetwerk tussen 95 en 130 VAC @ 60 Hz ligt.
Low Voltage Warning
(Waarschuwing voor te lage spanning)
Spanning was lager dan 95 VAC. Motor is gestopt. Controleer het voedingsnet-
werk om er zeker van te zijn dat de spanning tussen 95 en 130 VAC @ 60 Hz ligt.
High Pressure Cutoff (Uitschakeling hoge druk)
Uitvoer (cilinder) heeft een gevaarlijke druk bereikt. Motor is gestopt. Zorg ervoor
dat alle ventielen na de uitvoeraansluiting open staan. Mogelijk moet de cilinder
worden gekoeld of vervangen om de druk te verminderen.
Low Pressure Cutoff (Uitschakeling lage druk)
Invoer heeft het laatste vacuüm voor afzuiging bereikt. Motor is gestopt. Dit is
normaal nadat RECOVERY (afzuiging) of SELF PURGE (zelfspoeling) voltooid is. Als dit
onverwacht gebeurt, controleer dan of de ventielen vóór de invoer open staan en de
schakelaar niet op CLOSED (gesloten) staat.
Motor Fault 1 (Motorstoring 1)
De gemeten temperatuur van de motor lag boven het bedrijfsbereik. Motor is
gestopt. Een extreem hoge omgevingstemperatuur, langere tijd voor het afzuigen
van vloeistof, of een hoge cilinderdruk kunnen de oorzaak hiervan zijn. Laat de motor
afkoelen voordat u doorgaat, en vertraag de RECOVERY (afzuiging) (pagina 19).
28
Motor Fault 2 (Motorstoring 2)
De motorstroom (ampère) steeg boven het bedrijfsbereik. Motor is gestopt. Een
extreem hoge omgevingstemperatuur, wegslingeren van dikke vloeistof, of een hoge
cilinderdruk kunnen de oorzaak hiervan zijn. Vertraag RECOVERY (afzuiging) en start
de motor. Als de storing opnieuw optreedt, moet u nog meer vertragen en de motor
starten (pagina 19).
Motor Fault 3 (Motorstoring 3)
Motor is om onbekende reden gestopt. Als dit herhaaldelijk gebeurt, kan er iets
mis zijn met de MR45.
Andere symptomen
De MR45 bereikt nooit 10"Hg of 20"Hg vacuüm.
Controleer op lekkage vóór de invoeraansluiting.
Om 10"Hg vacuüm te bereiken, moet de afzuigcilinder minder zijn dan 475psig.
Om 20"Hg vacuüm te bereiken, moet de afzuigcilinder minder zijn dan 230psig.
Invoeraansluiting vertoont tekenen van
bevriezing of lekkage.
Zorg ervoor dat de gegroefde invoerfitting handvast zit voordat u de zeskantige
borgmoer aandraait (pagina 30).
Het afzuigen verloopt trager dan normaal.
De invoer is mogelijk geblokkeerd. Controleer het gaasfilter op verstopping.
Zorg ervoor dat de schakelaar op RECOVER staat.
Het display gaat niet aan, terwijl het is
aangesloten.
Controleer of het netsnoer en het stopcontact in orde zijn.
Overmatig lawaai tijdens het afzuigen van
vloeistof.
De MR45 ondervindt een hoge belasting. Draai de schakelaar van de MR45 om de
koelmiddelstroom te vertragen.
29