de groomermessenkooi dezelfde hoogte
meten. Als de hoogte aan de uiteinden van
de groomermessenkooi verschilt, moet u de
stelknop(pen) draaien tot u gelijke hoogtes
verkrijgt.
De richting van de groomer
veranderen
De groomer heeft 3 standen: V
en A
. Wijzigen van de richting van de
CHTERUIT
groomer: draai aan de knop aan het uiteinde van
de aandrijfkast van de groomer en zet deze in de
gewenste inklikstand.
1. Inklikstand
De werking van de groomer
testen
Belangrijk:
Onjuist of te agressief gebruik van de
messenkooi van de groomer (d.w.z. te diep of te
vaak groomen) kan de grasmat onnodig belasten,
waardoor de green ernstige schade kan oplopen.
Gebruik de groomer voorzichtig.
GEVAAR
Contact met de messenkooien of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Vóór het afstellen van de maai-eenheden
moet u de messenkooien uitschakelen, de
parkeerrem in werking stellen, de motor
uitzetten en het sleuteltje verwijderen.
• Houd uw handen en kleding uit de
buurt van de messenkooien en andere
bewegende onderdelen.
Om vast te stellen wat de juiste hoogte/diepte-instelling
is, doet u het volgende:
, V
RIJSTAND
OORUIT
Figuur 27
2. Knop
1.
Stel de maaikooi in op de maaihoogte die
normaal zonder de messenkooi van de groomer
zou worden gebruikt.
2.
Stel de messenkooi van de groomer één stand
hoger in dan het rolniveau.
3.
Stel de groomerborstel in op dezelfde stand
als de maaihoogte (één stand hoger dan het
rolniveau).
Opmerking:
of omlaag) af in stappen van 0,25 mm om
onbedoelde grasbeschadiging te voorkomen.
4.
Rijd over de testgreen heen en breng vervolgens
de groomer 1/2 van het rolniveau omlaag en rijd
nogmaals over de testgreen heen.
Opmerking:
van 3,2 mm in te stellen, stelt u de messenkooi
van de groomer 1,6 mm boven de rol in.
5.
Vergelijk het resultaat.
Opmerking:
de groomer op de maaihoogte-instelling boven
het rolniveau werd afgesteld) zou er aanzienlijk
minder gras en vilt verwijderd moeten zijn dan
met de tweede instelling.
6.
Controleer 2 of 3 dagen nadat u de groomer
voor de eerste keer hebt gebruikt hoe de
g246144
algemene conditie van de testgreen is en of
hij is beschadigd. Als het gegroomde gebied
geel/bruin wordt terwijl het niet gegroomde
gebied groen is, hebt u de groomer te agressief
gebruikt.
Opmerking:
als u de messenkooi van de groomer gebruikt.
Een ervaren greenkeeper kan aan de kleur van
de grasmat (en door nauwkeurige inspectie)
beoordelen of het huidige groomingregime
geschikt is voor de betreffende green. Omdat de
messenkooi van de groomer meer gras overeind
zet en vilt verwijdert, is de maaikwaliteit niet
hetzelfde als zonder de groomer. Dit effect is de
eerste keren dat u een groomer gebruikt op een
green het beste zichtbaar.
Opmerking:
malen behandelt (bijvoorbeeld tweemaal
of driemaal maait), zal de groomer bij elke
werkgang dieper doordringen. Het wordt niet
aanbevolen om kort op elkaar meerdere malen
hetzelfde gebied te behandelen.
Als u de prestaties van de groomer hebt getest
op een testgreen en tevreden bent met de
resultaten, kunt u de speelgreens behandelen
met de groomer. Elke green kan echter anders
reageren op het groomen. Daarbij veranderen
de groeiomstandigheden constant. Inspecteer
de gegroomde greens regelmatig en pas de
16
Stel de groomerborstel (omhoog
Bijvoorbeeld: om een maaihoogte
Met de eerste instelling (toen
De kleur van het gras verandert
Als u hetzelfde gebied meerdere