Figuur 19
1. Borgpen
2. Aandrijfkast van de
groomer
4.
Lijn de stang van de stelarm bij de spanpoelie
uit met de instelhuls op de spanpoelie en zet
deze vast met een stelpen en een borgpen
(Figuur
20).
Opmerking:
Zorg dat u de beentjes van de
borgpen zo buigt dat de pen niet uit de stelpen
kan vallen.
Figuur 20
1. Borgpen
2. Instelhuls
g033273
3. Stang van de stelarm
4. Stelpen
g031457
3. Stang van de stelarm
4. Stelpen
5.
Steek de as van de voorrol tussen de
maaihoogtebeugels, centreer de as en bevestig
deze met de 2 montageschroeven die u uit
de oude maaihoogtebeugels hebt verwijderd
(Figuur
21).
1. Montageschroef
2. Maaihoogtebeugel
6.
Bevestig de groomerkappen aan weerszijden
van de voorste rolas
7.
Draai de groomerkappen vast met een torsie
van 22 tot 24 N·m.
Opmerking:
veerkracht nodig is, monteert u de optionele
flensmoer (onderdeelnr. 3290-357) aan de
oogbout om de groomhoogteveren in te drukken
bij een lage groomhoogte.
Wanneer u dit optioneel onderdeel gebruikt,
stelt u de veerlengte in op 19 mm wanneer de
groomer ingeschakeld is
1. Stel de veerlengte in op 19
mm in de ingeschakelde
positie.
11
Figuur 21
3. Groomerkap
(Figuur
21).
Voor instellingen waarbij extra
(Figuur
22).
Figuur 22
2. Optionele flensmoer
(onderdeelnr. 3290-357)
g231793
g280237