COP A2/W42 [1]
Verwarmingsvermogen A-7/W52
[kW]
COP A-7/W52 [1]
SCOP W35 [1]**)
SCOP W55 [1]**)
Tabel 5: Doorstromingswaarden voor nominale omstandigheden volgens EN 14 511
Model
A7/W35 Ventilatortoerental [1/min]
Waterdoorstroming [m
Drukverschil [kPa]
A2/W35 Ventilatortoerental [1/min]
Waterdoorstroming [m
Drukverschil [kPa]
A7/W55 Ventilatortoerental [1/min]
Waterdoorstroming [m
Drukverschil [kPa]
2.4.1 Bedrijfsomstandigheden van de ACOND warmtepomp
Aan de in deze alinea genoemde voorwaarden moet zijn voldaan voor de
correcte werking van de warmtepomp. Als er niet aan wordt voldaan, worden de
hulpverwarmingsstaven bevestigd, wordt de warmtepomp evt. volledig
uitgeschakeld en wordt de verwarming alleen met verwarmingsstaven gebruikt.
• De temperatuur van het water dat uit het systeem terugkeert, moet ten minste 20°C zijn.
Bij een lagere omgekeerde temperatuur (bijv. als de warmtepomp voor het eerst start of
na een langere stilstand en start in een gekoeld object), worden de extra
verwarmingsstaven tegelijkertijd met de warmtepomp gestart.
• De minimaal ingestelde kamertemperatuur is gerelateerd aan de minimale
temperatuurvoorwaarde van omgekeerd. Voor systemen zonder accumulatievat is de
laagst instelbare temperatuur 15°C, voor systemen met een accumulatievat kan de
verlangde temperatuur van te verwarmen object lager zijn (antivries – minimaal 10°C).
Bedieningshandleiding
warmtepompen LUCHT/WATER
3,74
4,08
2,38
4,74
3,68
PRO-N
320
3
/h]
0,58
-2,93
320
3
/h]
0,48
-2,07
320
3
/h]
0,42
-1,32
3,87
9
2,5
5,05
3,93
PRO-R
337
1,19
-3,83
337
0,99
-2,7
337
0,81
-1,73
12