5
|
Voorbereiding
Diameter koelmiddelleidingen
Materiaal koelmiddelleidingen
5.3.2 De koelleidingen isoleren
5.4 De elektrische bedrading voorbereiden
5.4.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen op de buitenunits:
Klasse
20~35
50~71
▪
Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper.
▪
Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter (Ø)
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie
"PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
▪
Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
-
met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK
(0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
-
bestand tegen minstens 120°C
▪
Isolatiedikte
Buitendiameter leiding
(Ø
)
p
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan 80% bedraagt,
moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie aan de
oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in hoofdstuk "Algemene
veiligheidsmaatregelen".
L1 vloeistofleiding
Ø6,4
Ø6,4
Hardingsgraad
Gegloeid (O)
Binnendiameter isolatie
(Ø
)
i
8~10 mm
12~15 mm
14~16 mm
L1 gasleiding
Ø9,5
Ø12,7
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,8 mm
Isolatiedikte (t)
≥10 mm
≥13 mm
≥13 mm
FTXP20~35M5V1B9
Split-systeemairconditioners
4P519439-7G – 2020.03
t