Foto's bewerken
•
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van
waarvan het formaat is gewijzigd in
bewerkt.
•
Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde
verhouding na het bijsnijden.
•
Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden
beelden.
•
Wanneer u beelden bijsnijdt die zijn opgenomen met Gezichts-ID, worden enkel
de namen van de overgebleven personen in het bijgesneden beeld behouden.
De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als
een apart bestand. Zie p. 114 voor meer informatie over elke optie.
•
Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
•
De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken
van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (p. 114).
158
(p. 156), kunnen niet worden
Selecteer [My Colors].
Druk op de knop n en selecteer
[My Colors] op het tabblad 1 (p. 44).
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen qr om een beeld te
kiezen en druk daarna op de knop m.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen qr om een optie te
kiezen en druk daarna op de knop m.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
Volg stap 4–5 op p. 156.
(p. 73) of