•
Druk de ontspanknop half in als u de automatisch ingestelde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de camera is ingesteld op
•
Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder
bepaalde opnameomstandigheden wordt de kans wel groter dat het onderwerp
onscherp is.
•
De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat
onscherpe onderwerpen vermindert en het flitserbereik vergroot. Foto's kunnen
er echter wel korrelig uitzien.
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden
(zoals gezichten of achtergronden) worden getedecteerd en automatisch
worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet
genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat
onderwerpen beter opvallen.
•
In sommige opnameomstandigheden kan de correctie onnauwkeurig
zijn of korrelige beelden veroorzaken.
•
U kunt bestaande beelden ook corrigeren (p. 159).
Belichting (Belichtingscompensatie)
Druk op de knop n en selecteer
[i-Contrast] op het tabblad 4. Kies daarna
[Auto] (p. 44).
Als de instelling is voltooid, wordt @
weergegeven.
.
Foto's
111