4
Inbedrijfstellen
Voor het inbedrijfstellen dient op het volgende gelet te worden:
HET IS VAN LEVENSBELANG DAT TIJDENS HET INBEDRIJFSTELLEN EN TIJDENS
BEDRIJF VAN DE INSTALLATIE ZICH GEEN PERSONEN ONDER HET VOERTUIG
BEVINDEN!!
De conservering:
Om corrosie te voorkomen worden de rotoren van de compressor voor verzending met een anti
corrosiemiddel besproeid. Bij de eerste inbedrijfstelling verdampt dit middel door verwarming
van de compressor. De installaties van RTI worden allemaal enkele minuten getest, waardoor
het corrosiebeschermingsmiddel op de rotoren reeds verdwenen is.
Smeerolievulling:
Controleer voor gebruik of het smeerolieniveau op peil is, hiervoor is een merkteken op de
oliepeilstok aangegeven (zie hoofdstuk 1.4).
Controle draairichting:
De draairichting van de compressor staat middels een pijl aangegeven op de kop van de
compressor. De compressor moet volkomen onbelast, dus zonder tegendruk, starten en
stoppen. Nooit tegen een eventuele aanwezige tegendruk inbedrijf stellen (blindkap verwijderen
c.q. slangen aansluiten).
Inschakelen:
Voor het inschakelen van een PTO verwijzen wij u naar het instructieboekje van de truck.
Het is van groot belang dat het maximum toerental (aangegeven in het controlerapport en op
een sticker op het dashboard in de cabine) niet wordt overschreden.
Met de compressor loopt ook de ingebouwde oliepomp mee en verzorgt de oliesmering van de
lagers en de tandwielen.
De oliedruk mag niet lager dan 0,3 bar zijn. Bij koude olie kan ten gevolge van de veranderde
viscositeit de oliedruk pas na korte bedrijfstijd opgebouwd worden. Let op de luchtfilterindicator!
Bij "rood" direct stoppen (zie onderhoud).
Vacuüminstallatie
Bij een vacuüminstallatie moet het vacuümventiel worden ingesteld op -0.5 bar. Let op: het
vacuümventiel moet worden ingesteld bij het aftesten van de installatie voor ingebruikname
van de installatie. Wanneer de installatie als bouwpakket geleverd wordt (zonder montage bij
RTI), is het vacuümventiel nog niet ingesteld.
PAS OP!
De compressor is binnen zeer korte tijd op temperatuur.
Als de compressor in bedrijf is genomen, is het verboden om koppelingen of de omkasting los
te nemen!!
Wij wijzen u erop om bij het los nemen van koppelingen, slangen, of de omkasting na gebruik
(stilstand) van de compressor veiligheidshandschoenen te dragen.
OPMERKING
Bij het reinigen van de installatie met een stoomcleaner bestaat de mogelijkheid dat water via
de oliedichtingen in de compressieruimte komt. Na het reinigen dient de compressor korte tijd
warm te worden gedraaid.
Gebruiks-en bedieningshandleiding Cmax2
Rechtstreeks aangedreven
- pagina 11 van 18 –
(for-030/031013)