item toevoegen aan de
Nokia-map
E:\Data\Nokia en het daarvandaan overbrengen. Wanneer
u de map selecteert om over te brengen, worden de items
gesynchroniseerd in de corresponderende map in het
andere apparaat, en omgekeerd.
Snelkoppelingen gebruiken om een overdracht
te herhalen
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling bij
de overdrachtinstellingen in de hoofdweergave opslaan
waarmee u dezelfde overdracht later opnieuw kunt
uitvoeren.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, gaat u ernaartoe en
selecteert u
Opties
> Snelkoppellingsinstllngn. U kunt
bijvoorbeeld de naam van de snelkoppeling maken of
wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtlogbestand
weergegeven. Als u het logbestand van een vorige
overdracht wilt bekijken, gaat u naar een snelkoppeling in
de hoofdweergave en selecteert u
Overdrachtconflicten afhandelen
Als een item dat u wilt overbrengen in beide apparaten is
bewerkt, wordt automatisch geprobeerd de wijzigingen
samen te voegen. Als dit niet mogelijk is, ontstaat een
overdrachtconflict. Selecteer
Prioriteit deze
telefoon, of
C:\Data\Nokia of
Opties
>
Log
bekijken.
1 voor 1
controleren,
Priorit. andere telefoon
om het conflict op te lossen. Selecteer
meer instructies.
Belangrijke symbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in
de map
Inbox
in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de
externe mailbox.
De map
Outbox
bevat berichten die nog niet
zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Wordt weergegeven als
Stil, en
Berichtensignaaltoon
ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt
(netwerkservice), geeft een nummer de actieve lijn aan.
Opties
>
Help
voor
Beltoontype
is ingesteld op
en
Signaaltoon e-mail
zijn
15