Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Graco 224348 Bedieningsinstructies pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

OPMERKING: Nummers en letters tussen haakjes verwijzen
naar de overeenkomstige aanduidingen in
de afbeeldingen en de onderdelentekening.
OPMERKING: Neem contact op met uw Graco -dealer voor
de verkrijgbare Graco-toebehoren. Als u
eigen toebehoren inzet, overtuig u er dan
van dat ze de juiste maatvoering hebben
en dat ze voldoen aan de drukniveaus en
de eisen van het systeem.
De Voorbeeldinstallatie op blz. 6 is slechts bedoeld als
voorbeeld voor het kiezen en installeren van de componenten
en toebehoren voor uw systeem. Neem contact op met uw
Graco-leverancier voor technische ondersteuning bij het ont-
werpen van een systeem dat aan uw specifieke behoeften
voldoet.
Systeemonderdelen
Zie de Voorbeeldinstallatie op blz. 6.
WAARSCHUWING
In uw systeem moet een zelfontlastende luchtkraan (D)
en een materiaalaftapkraan (J) aanwezig zijn. Deze toe-
behoren helpen het risico te verminderen van ernstig
letsel, zoals injectie spatten van materiaal in de ogen
of in de huid, en verwonding door bewegende delen
bij het afstellen of repareren van de pomp.
Een zelfontlastende luchtkraan laat lucht ontsnappen
die opgesloten is blijven zitten tussen deze kraan en de
pomp, nadat de luchttoevoer is afgesloten. Opgesloten
lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen brengen.
Plaats de kraan dicht bij de pomp.
De materiaalaftapkraan helpt de materiaaldruk te ontlasten
in de verdringerpomp, de slang en het pistool. Het aan-
trekken van de trekker is soms niet voldoende om de
druk te ontlasten.
Montageonderdelen
Bevestig de pomp (A) op een manier die past bij de geplande
installatie. De afmetingen van de pomp en de plaatsing van
de bevestigingsgaten zijn aangegeven op blz. 26.
De pomp wordt geleverd met sponadapter. Om de pomp
te installeren moet u de sponadapter losdraaien en de
adapter van de pomp afschroeven en –schuiven. Schroef
de sponadapter stevig in het spongat op het deksel van het
materiaaltoevoervat. Laat de pomp voorzichtig door de spon-
adapter in het vat zakken tot hij op de bodem rust en trek
hem vervolgens weer 13 mm omhoog. Draai de sponadapter-
schroef vast om de pomp op zijn plaats te houden. Open
de ontluchtingsplug van het vat om te voorkomen dat het
vat vacuüm trekt.
Lucht- en materiaalslangen
Zorg ervoor dat alle lucht- en materiaalslangen de juiste
maten hebben en geschikt zijn voor de toegepaste druk-
niveaus. Gebruik alleen elektrisch geleidende lucht- en
materiaalslangen. Materiaalslangen moeten aan beide
uiteinden veerbeschermers hebben.
Installatie
Sluit een elektrisch geleidende materiaalslang (L) aan op het
materiaalfilter (K) indien er een wordt gebruikt, of rechtstreeks
in de materiaaluitlaat van de pomp.
Gebruik een elektrisch geleidende luchtslang (H) met minstens
13 mm (1/2 in.) binnenmaat om lucht naar de pomp toe te
voeren.
Hulpstukken voor de luchtleiding
Installeer de volgende toebehoren in de volgorde zoals aan-
gegeven in de Voorbeeldinstallatie, en gebruik waar nodig
verloopnippels.
D Een olienevelaar (C) zorgt voor automatische smering
van de luchtmotor.
D Een zelfontlastende luchtkraan (D) moet in de installatie
aanwezig zijn, om lucht te laten ontsnappen die opgesloten
is blijven zitten tussen de kraan en de luchtmotor wanneer
de kraan gesloten wordt (zie de WAARSCHUWING
links). Zorg dat de zelfontlastende kraan goed bereikbaar
is vanaf de pomp en achter het luchtreduceerventiel
geplaatst is.
D Een pompsnelheidsbegrenzer (B) detecteert wanneer
de pomp te snel loopt, en schakelt dan automatisch de
luchttoevoer naar de motor af. Een te snel lopende pomp
kan ernstig beschadigd raken.
D Een luchtreduceerventiel (E) regelt de pompsnelheid en
de uitlaatdruk door de luchtdruk naar de pomp te regelen.
Plaats het reduceerventiel dicht bij de pomp, maar stroom-
opwaarts van de zelfontlastende luchtkraan.
D Een filter in de luchtleiding (F) verwijdert schadelijk
vuil en vocht uit de aangevoerde perslucht.
D Een tweede zelfontlastende luchtkraan (G) isoleert
toebehoren ten behoeve van het onderhoud. Plaats
de kraan stroomopwaarts van alle andere luchtleidings-
toebehoren.
Hulpstukken voor de materiaalleiding
Installeer de volgende toebehoren in de posities zoals aan-
gegeven in de Voorbeeldinstallatie en gebruik waar nodig
verloopnippels:
D Een materiaalaftapkraan (J) moet in uw systeem aan-
wezig zijn om de druk te ontlasten in de slang en het
pistool (zie de WAARSCHUWING links). Installeer de
aftapkraan met de opening naar beneden, en zo dat
de handel naar boven wijst als hij wordt geopend.
D Een materiaalfilter (K) filtert schadelijke deeltjes uit het
materiaal.
D Een spuitpistool (M) geeft het materiaal af. Het pistool
dat in de Voorbeeldinstallatie te zien is, is voor airless
spuiten.
308118
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

224350

Inhoudsopgave