brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij
medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1
Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste
SIM- of USIM-kaart noodzakelijk zijn.
2
Druk zo vaak als nodig is op
maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep.
3
Voer het alarmnummer in voor het gebied waar u zich
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4
Druk op de toets
.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze
functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer
kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider
voor meer informatie.
Probeer wanneer u een alarmnummer belt, alle noodzakelijke
informatie zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw
draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel
op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas
wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
WAARSCHUWING! In het profiel Offline kunt u geen
gesprekken voeren, behalve oproepen naar bepaalde
alarmnummers, of andere functies gebruiken waarvoor
netwerkdekking is vereist.
om het scherm leeg te
Informatie over certificatie (SAR)
DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE
RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het
apparaat is zo ontwikkeld en geproduceerd dat het voldoet
aan de emmissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen
(RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale
richtlijnen (ICNIRP). Deze beperkingen maken deel uit van
uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane niveau
voor RF-energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen
zijn ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke
organisaties op basis van periodieke en grondige evaluaties
van wetenschappelijke studies. In deze richtlijnen is een
grote veiligheidsmarge ingebouwd om de veiligheid van alle
personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leeftijd of
gezondheidstoestand.
De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur
wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorbtion
Rate). De vermelde SAR-limiet in de internationale richtlijnen
is 2,0 W/kg*. Bij tests voor SAR worden de standaardposities
gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten
frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau
gebruikt. Hoewel de SAR wordt bepaald op het hoogst
toegestane energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van
het apparaat tijdens gebruik sterk lager liggen dan de
maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is
ontworpen voor gebruik bij verschillende energieniveaus,
zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om
verbinding te maken met het netwerk. Over het algemeen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
125