Elektrische aansluiting
4.3
Controles voor de montage
Voer na het afronden van de montage de volgende controles uit:
Toestand en specificaties van het instrument
Is het instrument beschadigd (visuele inspectie)?
Komen de omgevingscondities overeen met de instrumentspecificatie (bijv.
omgevingstemperatuur, meetbereik, enz.)?
5
Elektrische aansluiting
VOORZICHTIG
L
‣
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd of
aangesloten. Wanneer dit niet wordt aangehouden, kunnen onderdelen van de elektronica
onherstelbaar worden beschadigd.
‣
Voor het aansluiten van Ex-gecertificeerde instrumenten moeten de bijbehorende
instructies en aansluitschema' s in de aanvullende Ex-documentatie bij deze
bedieningshandleiding worden aangehouden. Neem contact op met de vertegenwoordiging
van Endress+Hauser wanneer u vragen heeft.
‣
Sluit niets op de displayaansluiting aan. Aansluiten van andere apparatuur kan de
elektronica onherstelbaar beschadigen.
‣
Sluit de potentiaalvereffening aan op de externe aardklem voordat de voedingsspanning
wordt ingeschakeld..
5.1
Aansluitvoorwaarden
Voor de bedrading van de koptransmitter met schroefklemmen is een
kruiskopschroevendraaier nodig. De uitvoering met veerklemmen kan zonder hulp van
gereedschap worden bedraad.
Ga als volgt verder voor het bedraden van een gemonteerde koptransmitter:
1.
Open de kabelwartel en het behuizingsdeksel op de aansluitkop of de veldbehuizing.
2.
Installeer de kabels door de opening in de kabelwartel.
3.
Sluit de kabels aan zoals getoond wordt in . Wanneer de koptransmitter is uitgerust met
veerklemmen, let dan vooral op de informatie in het hoofdstuk "Aansluiten op
veerklemmen". → 14
4.
Trek de kabelwartel weer vast en sluit het behuizingsdeksel.
Houd, om aansluitfouten te voorkomen, voor de inbedrijfname de instructies in het hoofdstuk
"controles voor de aansluiting" aan!
12
iTEMP TMT85
Opmerkingen
-
→ 8
Endress+Hauser