Elektro-roerwerk
2.3 Veilig werken
Naast de veiligheidsvoorschriften in deze bedieningshandleiding gelden
nog andere veiligheidsregels die u in acht moet nemen:
Voorschriften voor het voorkomen van ongevallen
n
Veiligheids- en bedrijfsregels
n
Veiligheidsregels over omgang met gevaarlijke stoffen (in het bijzon-
n
der de veiligheidsbladen van het doseermedium)
Milieubepalingen
n
Geldende normen en wetten
n
2.4 Persoonlijke beveiligingsuitrusting
Afhankelijk van de mate van gevaar van de vloeistof en de soort van de
uit te voeren werkzaamheden moet overeenkomstige beschermende uit-
rusting gedragen worden. Informatie over welke bescherming benodigd
is, wordt in de voorschriften ter voorkoming van ongevallen aangegeven
en in de veiligheidsbladen van de betreffende vloeistoffen.
De volgende beveiligingsuitrusting is benodigd:
Benodigde beveiligingsuitrusting
Beschermende handschoenen
Tab. 3: Benodigde beveiligingsuitrusting
Draag beveiligingsuitrusting bij de volgende gebeurtenissen:
Inbedrijfstelling
n
Werkzaamheden aan het elektro-roerwerk in bedrijf
n
Buiten bedrijfstelling
n
Onderhoudswerkzaamheden
n
Afvoer van afval
n
Veiligheid
6
Veiligheidsbril
Beschermende kleding
2.5 Personele kwalificaties
Alle werkzaamheden aan of met het elektro-roerwerk vereisen specifieke
kennis en vaardigheden van het personeel.
Iedereen die met het elektro-roerwerk werkt, moet aan de volgende voor-
waarden voldoen:
Deelname aan vakgerichte trainingen welke door de exploitant wor-
n
den aangeboden
Persoonlijk geschikt zijn voor de respectievelijke activiteiten
n
Toereikend gekwalificeerd zijn voor de te verrichten activiteiten
n
Geïnstrueerd zijn in de omgang met het elektro-roerwerk
n
Deze persoon moet de veiligheidsvoorzieningen en de werking ervan
n
kennen
Bekendheid met dit bedieningsvoorschrift, speciaal met de veilig-
n
heids-aanwijzingen en met de hoofdstukken die voor de activiteit re-
levant zijn
Deze persoon moet de basisvoorschriften voor een veilige werkomge-
n
ving en ongevallenpreventie kennen
In principe moeten alle personen één van de volgende minimale kwalifi-
caties bezitten:
Geschoolde vakkracht die zelfstandig werkzaamheden aan het elek-
n
tro-roerwerk kan verrichten,
Toereikende instructies om onder toezicht en begeleiding van een ge-
n
schoolde vakkracht werkzaamheden aan het elektro-roerwerk uit te
voeren.
In dit bedieningsvoorschrift worden de volgende gebruikersgroepen ver-
deeld:
2.5.1 Vakpersoneel
Vakpersoneel is op grond van geschoolde vakopleiding, kennis en erva-
ring evenals kennis over de relevante bepalingen in staat om de opgedra-
gen werkzaamheden uit te voeren en de mogelijke gevaren zelfstandig te
herkennen en te vermeiden.
2.5.2 Elektromonteur
Elektromonteur is op grond van geschoolde vakopleiding, kennis en erva-
ring evenals kennis over de relevante bepalingen en regelgeving in staat
om de opgedragen werkzaamheden aan elektrische installaties uit te
voeren en de mogelijke gevaren zelfstandig te herkennen en te vermij-
den.
Het personeel is speciaal opgeleid voor de werkomgeving, waarin de
werkzaamheden uitgevoerd worden, en kent alle normen en regelgeving.
Er moet voldaan worden aan alle normen, regels en eisen welke lokaal
gelden ter voorkoming van ongevallen.
2.5.3 Elektro-vakpersoneel met aanvullende kwalificaties
voor explosiebescherming
Het elektro-vakpersoneel met aanvullende kwalificaties voor explosiebe-
scherming vervult als bevoegd personeel alle bijzondere eisen die bij het
werken in explosie-gevaarlijke omgeving noodzakelijk zijn.
Het personeel is speciaal opgeleid voor het werken in een explosie-ge-
vaarlijke omgeving en kent alle normen en regelgevingen.
BA-13603-05-V01
Bedieningsvoorschrift
© Lutz-Jesco GmbH 2020