Elektro-roerwerk
6 Elektrisch installeren
Levensgevaar door stroomschokken!
In geval van elektrische ongeval zal het elektro-roerwerk snel van het
spanningsnet gescheiden moeten worden.
ð
Installeer een noodschakelaar of integreer het elektro-roerwerk in
het veiligheidsconcept van de installatie.
Gevaar van automatisch inschakelen!
Het elektro-roerwerk beschikt over een aan-/uit schakelaar en kan met
roeren beginnen zodra de netspanning erop gezet wordt. Daardoor kan
dit leiden tot uittredende vloeistof. Afhankelijk van de soort en het ge-
vaar van het doseermedium kan dit verwondingen tot gevolg hebben.
ð
Installeer een noodschakelaar of integreer het elektro-roerwerk in
het veiligheidsconcept van de installatie.
Schade door foute netspanning
De aansluiting op een foutieve voedingsspanning leidt tot schade aan
het elektro-roerwerk.
ð
Let op de weergave van de spanning op het typeschild.
Veiligheidsvoorschriften voor het installeren in exlposiegevaarlijke gebie-
den:
Levensgevaar door explosie!
Explosies kunnen ontstaan en dodelijke verwondingen tot gevolg heb-
ben.
ð
Aard het elektro-roerwerk.
6.1 Aansluiting aandrijfmotor
De elektrische aansluiting moet volgens de plaatselijk geldende voor-
n
schriften gebeuren.
Het kabeltype en de kabeldoorsnede van de toevoerleidingen moeten
n
gekozen worden volgens de motorgegevens.
Borgende verbindingen met trekontlasting worden aanbevolen.
n
De noodzakelijke beschermingsklasse moet door vakkundig installe-
n
ren van de elektrische aansluitingen gewaarborgd zijn.
De motor moet met een geschikte motor-beschermings-schakelaar
n
gezekerd zijn.
De doseerpomp moet, bij het aansluiten van de met PE-beschermde
n
© Lutz-Jesco GmbH 2020
Technische wijzigingen voorbehouden.
200918
GEVAAR
VOORZICHTIG
AANWIJZING
GEVAAR
BA-13603-05-V01
leidingen op de klemmenkast, geaard worden.
Handelt het over een ATEX-gecertificeerde motor, dan moet goed gelet
n
worden op het daarbij betrekking hebbende bedieningsvoorschrift.
De motor moet volgens het schakelschema in de klemmenkast aan-
n
gesloten worden.
6.1.1 Draaistroommotoren
Schakeling
Ster schakeling:
W2
U2
V2
U1
V1
W1
L1
L2
L3
Driehoek schakeling
W2
U2
V2
U1
V1
W1
L1
L2
L3
Tab. 10: Schakelschema draaistroommotoren
6.1.2 Wisselstroommotoren
Schakeling
CB
Z1
C
C
U1
Z2
U2
L1
N
Tab. 11: Schakelschema's wisselstroommotoren
Bedieningsvoorschrift
Fasen
3ph
PE
3ph
PE
Fasen
1ph
PE
Elektrisch installeren
13