Installatie - Montage
WAARSCHUWING
6.
Er zijn speciale nokken voorzien op de klepbehuizing om
de klep in de leiding te centreren en rotatie te voorkomen
voordat de flensbouten worden vastgedraaid. Vóór de klep
in de leiding te plaatsen, installeert u de onderste flensbouten
om een houder te vormen die de klep ondersteunt tijdens
het installeren van de resterende bouten.
Door de verschillende configuraties van aandrijving
en behuizing zal het zwaartepunt voor het optillen
van de klep wijzigen. Het wordt aanbevolen de klep te
testen om er zeker van te zijn dat deze niet plotseling
verschuift en mogelijk letsel of schade veroorzaakt.
7.
Gebruik waar mogelijk een laskraag of platte flenzen met
GEVAAR
een volledige lijnboring. Wanneer de klep een elastomeer
voering heeft, moet de binnendiameter van de tegenflenzen
overeenkomen met de binnendiameter van de voering en
het gehele oppervlak van de voering bedekken.
Opmerking:
Raadpleeg
Uitlijning voor aanbevelingen over de uitlijning van
WAARSCHUWING
de klep en de installatie in standaard ruwstalen
pijpleidingen, slangen en pijpleidingen met een zware
wand.
Wanneer de klep is geïnstalleerd in leidingen die
zijn gebouwd met standaard commerciële ruwstalen
pijpleidingen of pijpleidingen met zware wand, wor-
den opsteek- of schroefflenzen niet aanbevolen met
gevoerde kleppen.
8.
Ongeacht de werking van de klep (lucht om te sluiten of
lucht om te openen) moet de klep worden geïnstalleerd
in de leiding met de schoep in de gesloten positie. De
volgende middelen worden aanbevolen voor het sluiten
van de schoep voor de installatie van de klep:
A.
Als de klep is uitgerust met een handwiel, sluit u de klep
GEVAAR
met behulp van het handwiel.
Auteursrecht 2020 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden
Figuur 2
het
hoofdstuk
Installatie
Opmerking: Voor gevoerde kleppen wordt de gesloten
positie bereikt wanneer de schoep volledig contact
maakt met de voering.
B.
Als de klep niet is uitgerust met een handwiel, kan een
draagbare gereguleerde luchttoevoer worden gebruikt om
de aandrijving te voeden en de schoep te sluiten.
Opmerking: Bij gevoerde kleppen mag slechts zoveel
luchtdruk worden gegeven dat de schoep volledig
contact maakt met de voering.
C. De volgende methode wordt ten zeerste aanbevolen en
moet waar mogelijk worden gebruikt. Draai het handwiel
naar de ontkoppelde positie. Raadpleeg figuur 19 en
verwijder de zijpanelen (56). Verwijder de borgringen (11)
en duw de draaipen (12) naar buiten. De aandrijving is
nu losgekoppeld van de klepas en maakt het handmatig
sluiten van de klep mogelijk door de hefboom (33) in de
juiste richting te draaien.
Opmerking: Als de klep is uitgerust met een handwiel,
verwijder dan de afstandhouders (10) en draai het
handwiel zodat de hefboomarm (37) de handmatige
WAARSCHUWING
beweging van de hefboom (33) niet verstoort. Draai de
schoep op gevoerde kleppen totdat er volledig contact
is gemaakt met de voering.
Zorg ervoor dat de klep werkt in het kwadrant weerge-
geven in figuur 11.
9.
Centreer de klep in de pijpleiding (installeer pakkingen als
een ongevoerde klep) en draai de bouten gelijkmatig en
kriskras vast.
Opmerking:
Pakkingen
voor gevoerde kleppen. De elastomeervoering is
flensloos en fungeert als zijn eigen gecontroleerde
compressiepakking,
vastgedraaid totdat de flenzen gelijkmatig met de
klepbehuizing samenkomen.
10. Op dat moment moet de schoep een paar keer handmatig
worden gedraaid om ervoor te zorgen dat de aangrenzende
interne leidingen en flenzen worden vrijgemaakt. Het wordt
niet aanbevolen de schoep te bedienen met behulp van
het handwiel of de aandrijving; de schoep moet handmatig
worden bediend, zodat een eventuele storing gemakkelijk
kan worden vastgesteld en schade aan de schoep wordt
voorkomen.
11. Als eerder genoemde stap C werd gebruikt, raadpleeg dan
het hoofdstuk Hermontage van aandrijving aan beugel,
om de draaipen (12), borgring (11) en afstandshouder (10)
opnieuw te monteren.
Masoneilan 37002-serie MiniTork II-klep (met aandrijving Model 33) Handleiding | 7
worden
niet
daarom
moet
deze
GEVAAR
gebruikt
worden