WAARSCHUWING
Vervanging van het membraan van de
aandrijving
WAARSCHUWING
Dit hoofdstuk heeft betrekking op aandrijving Model
33 Oude Versie en Model 33 Nieuwe Versie waar van
toepassing.
De behuizing van het bovenste membraan (84) staat
GEVAAR
onder veerspanning. Aan elk van de drie (3) lange
moerbouten (95) is een waarschuwingsplaatje (97)
bevestigd. De spanmoeren (96) die aan de moerbou-
ten (95) zijn bevestigd, moeten als laatste gelijkmatig
worden verwijderd. De volgende procedure moet
worden gevolgd om letsel te voorkomen.
Type 33 OUDE versie aandrijving (geproduceerd tot jaar
GEVAAR
1993) - raadpleeg figuren 15 en 17
A.
Isoleer de klep, ontlucht de procesdruk en sluit
alle elektrische signaallucht en toevoerleidingen naar de
klep af.
B.
Indien
uitgerust
met
de losgekoppelde positie worden gedraaid.
C. Verwijder de luchttoevoerleidingen naar de bovenste
membraanplaat (84).
D. Verwijder de zijpanelen (56).
E.
Verwijder
borgringen
afstandhouders
(10)
stangkoplager (94) vrij te maken.
F.
Draai alle korte moerbouten (86) en zeskantmoeren
(87) los en verwijder ze.
WAARSCHUWING
G. Draai elke spanmoer (96) ongeveer drie volledige
slagen los.
De behuizing van het bovenste membraan (84) moet
loskomen wanneer de spanmoeren drie slagen
worden losgedraaid. Als dit niet het geval is, moet u
alvorens verder te gaan de behuizing van het boven-
ste membraan (84) losmaken door er rondom op te
tikken of een schroevendraaier tussen de bovenste
en onderste behuizing (84-91) te steken.
H. Blijf de spanmoeren (96) gelijkmatig ongeveer drie
slagen
losdraaien,
bovenste
membraan
verder uit elkaar gaan.
Opmerking:
Ga
verder
GEVAAR
spanmoeren (96) gemakkelijk met de hand kunnen
worden verwijderd, wat aangeeft dat de behuizing van
het bovenste membraan (84) niet onder veerspanning
staat.
I.
Verwijder de spanbouten (95) en de behuizing van het
bovenste membraan (84)
J.
Houd het tapblok vast met een passende sleutel
of bankschroef en verwijder de moerbout (83) en de Dyna-
afdichtingsring (82).
Auteursrecht 2020 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden
een
handwiel,
moet
(11),
de
draaipen
(alleen
handwiel)
zodat
de
behuizing
(84)
en
het
membraan
met
stap
H
totdat
K.
Verwijder
van de aandrijving.
Opmerking:
vastgehouden dat de tapblokplug (79) of de moerbouten
(81) niet worden beschadigd.
L.
Wanneer de moerbout (83) is verwijderd, kunnen de
aanslag (80), het membraan (85), de membraanplaat
(88) en de veergeleider (89) van het veerblok en de stang
worden gescheiden.
M. Reinig alle oppervlakken die in contact komen met de
Dyna-afdichtingsring (82), het membraan (85), de aanslag
(80) en de membraanplaat (88).
Opmerking: De membranen die in de aandrijvingen van
de MiniTork II-serie worden gebruikt, zijn dezelfde als
die welke worden gebruikt op de aandrijvingen van de
HPBV-kogelklep II en de Sigma-F-serie, daarom worden
ze geleverd zonder een perforatiegat voor de moerbout
(82). Alvorens met de hermontage te beginnen, moet
een gat in het midden van het membraan worden
geslagen. Het gat moet net voldoende groot zijn om
de moerbout (83) in te voeren, waardoor de DYNA-
afdichtingsring (82) kan afdichten rond de moerbout
(83) wanneer deze wordt aangedraaid.
N. Plaats een nieuwe Dyna-afdichtingsring (82) op de
het
in
moerbout (83) en steek deze in de aanslag (80) met de
bolle kant van de aanslag in de richting van de moerbout.
Opmerking: Op aandrijvingen van 30 en 70 vierkante
inch zijn de aanslag (80) en veergeleiding (89) identiek
en uitwisselbaar. Op de aandrijvingen van 140
vierkante inch heeft de aanslag (80) echter een veel
(12)
en
kleinere diameter dan de veergeleiding waardoor deze
om
het
gemakkelijk te herkennen is.
0.
Steek de moerbout (83) door het membraan (85), de
membraanschotel (88) en de veergeleider (89).
Opmerking: De membraanplaat (88) en veergeleider
(89) worden gemonteerd met de bolle kant weg van het
membraan (85).
P.
Schroef de moerbout (83) in het tapblok (78) en
draai deze stevig vast.
Opmerking: Wanneer u het tapblok (78) vasthoudt,
moet u erop letten dat u de tapblokplug (79) of de
moerbouten (81) niet beschadigt.
Q. Zorg ervoor dat de veer (90) en de veergeleider (98) goed
zijn uitgelijnd in de onderste behuizing (91) en installeer het
membraan/de membraanschotel en het tapblok.
R. Bepaal de juiste richting voor de luchtinlaat en plaats
van
het
de bovenste behuizing van het membraan (84) terug
(85)
en
installeer
waarschuwingsplaatje (97) en de spanmoeren (96).
de
Opmerking: Deze bouten worden op de afstand
geïnstalleerd zoals aangegeven in figuur 14.
S.
Draai de spanmoeren (96) gelijkmatig en voldoende aan om
de installatie van korte moerbouten (83) en zeskantmoeren
(87) mogelijk te maken.
T.
Draai de spanmoeren (96) vast en draai vervolgens alle
zeskantmoeren vast (87) met een kriskras aanhaalpatroon.
Opmerking: De moeren mogen alleen genoeg worden
aangedraaid om het membraan tussen de bovenste
Masoneilan 37002-serie MiniTork II-klep (met aandrijving Model 33) Handleiding | 13
het
membraan/de
Het
tapblok
moet
zodanig
de
lange
moerbouten
membraanplaat
worden
(95),
het