6.4.1 Algemene richtlijnen
CTXM15+FTXM20~42+ATXM20~35R2/5V1B + FTXM50~71R2V1B +
ATXM50R2V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518023-8G – 2020.06
6.4.3
Leidingen aan linkerkant, links achter of links onder aansluiten ..........................................................................
6.4.4
Controle op waterlekken .......................................................................................................................................
▪
Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪
Leidingmaat. Als een afvoerverlengslang of ingebedde afvoerleiding vereist is,
gebruik dan onderdelen die passen op het uiteinde van de slang.
OPMERKING
▪
Installeer de afvoerslang aflopend.
▪
Sifons zijn NIET toegelaten.
▪
Leg het uiteinde van de afvoerslang NIET in water.
▪
Afvoerverlengslang. Verleng de afvoerslang met een lokaal voorziene slang met
een binnendiameter van 16 mm. Vergeet NIET om een isolatiebuis te gebruiken
voor het deel van de verlengslang binnenshuis.
a
a
Bij de binnenunit geleverde afvoerslang
b
Warmte-isolerende buis (lokaal te voorzien)
c
Afvoerverlengslang
▪
Harde pvc buis. Gebruik een lokaal voorziene afvoeraansluiting (nominale
diameter 13 mm) wanneer u een harde pvc buis (nominale diameter 13 mm)
rechtstreeks op de afvoerslang aansluit zoals bij het werken met ingebedde
leidingen.
a
a
Bij de binnenunit geleverde afvoerslang
b
Afvoeraansluiting met nominale diameter 13 mm (lokaal te voorzien)
c
Harde pvc buis (lokaal te voorzien)
▪
Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de volledige
afvoerleiding in het gebouw.
1 Steek de afvoerslang in de afvoerleiding zoals hierna afgebeeld, zodat de slang
NIET uit de afvoerleiding kan worden getrokken.
a
b
c
b
6
Installatie van de unit
|
c
Uitgebreide handleiding voor de installateur
30
31
29