INSTELLEN
OPMERKING:
Als de laser wordt ingeschakeld, knippert de laserdiode.
Dit geeft aan dat het automatische nivelleringsproces in gang is gezet.
De laser begint te draaien zodra deze is genivelleerd.
Als de laser niet begint te draaien betekent dit dat deze buiten Zijn
automatische nivelleringsbereik is (± 5° van een perfect horizontaal
oppervlak).
In dit geval moet de laser opnieuw op een vlakker ondergrond worden
geplaatst.
GEBRUIK
AUTOMATISCHE HORIZONTALE MODUS
• Druk op
om de laser in te schakelen. Het automatisch nivelleren
begint onmiddellijk. Wanneer de laser is genivelleerd begint de kop te
draaien.
• Druk op
om de rotatiesnelheid te selecteren die standaard 300 t/m
is. De rotatiesnelheid kan 0 t/m (vast punt), 300 t/m of 600 t/m zijn.
• Als de laser in de puntmodus staat (snelheid = 0 t/m), kan het punt
naar rechts of links worden geschoven met behulp van
• Druk op
om naar de scanmodus te schakelen. De scanhoek kan
worden aangepast door deze knop in te drukken. Om de straal naar
rechts of links te schuiven drukt u op
Plaats de laser op een vlakke ondergrond
of monteer deze op een statief.
Verticale positie
Zet de laser rechtop met de hendel naar
boven gericht of monteer deze op een statief
en
7
en
.
.