8.
ONDERHOUD (alleen voor bevoegde vaklui)
WAARSCHUWING! Neem nauwlettend de algemene waarschuwingen en veiligheidsinstructies, beschreven in de vorige
paragrafen, in acht.
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door deskundige vaklui (die voldoen aan de eisen
beschreven in de van toepassing zijnde normen).
8.1
Het apparaat legen
Het apparaat moet worden leeggemaakt als het langdurig ongebruikt blijft staan in een ruimte die blootgesteld is aan vorst.
Maak indien nodig het toestel als volgt leeg:
-
koppel het toestel los van het stroomnet;
-
sluit de eventuele afsluitkraan of de hoofdkraan van de waterleiding;
-
open de warmwaterkraan (wasbak of bad);
-
open de kraan op het veiligheidsventiel.
8.2
Gewoon onderhoud
Het is raadzaam jaarlijks de verdamper te reinigen om stof of verstoppingen te verwijderen.
Om de verdamper te bereiken, moet u de bevestigingsschroeven van het voorpaneel van de warmtepomp verwijderen.
Reinig de verdamper voorzichtig met een exibele borstel. Zorg ervoor dat u de verdamper niet beschadigt. Als u gebogen ribben
aantreft, maak ze dan recht met een speciale kam, aangepast aan de afstand tussen de ribben (1,6 mm).
Controleer of roosters en kanalen volledig schoon zijn.
Laat het condensaat in een hiertoe geschikte afvoer stroomt en zorg ervoor dat het ongehinderd kan worden afgevoerd.
Gebruik alleen originele ruilonderdelen.
8.3
Problemen oplossen
Probleem
Het tapwater is koud
of niet warm genoeg.
Het water kookt
(er komt stoom uit
de kranen)
Warmtepompboiler - ALGEMENE INFORMATIE
Mogelijke oorzaak
Temperatuur te laag ingesteld.
Storingen in de werking van het
toestel.
Geen elektrische aansluiting, kabels
losgekoppeld of beschadigd.
Onvoldoende luchtdebiet naar de
verdamper.
Werking in werkstand "Voyage"
Toestel uitgeschakeld.
Gebruik van een grote hoeveelheid warm water wanneer het toestel zich in de verwarmingsfase
bevindt.
Storing sensor.
Veel kalkaanslag op de boiler en zijn
componenten.
Storing sensor.
Wat te doen
Verhoog de ingestelde temperatuur voor het tapwater.
Controleer op fouten in het display en volg de aanwijzingen
van de tabel "Storingen".
Controleer de spanning van de voedingsklemmen,
controleer de staat en de aansluitingen van de kabels.
Reinig de verdamper, de roosters en de kanalen regelmatig.
Controleer of het toestel zich niet in de voor de werkstand
"Voyage" ingestelde periode bevindt. Schakel in dat geval
de functie uit.
Controleer of er stroom is, schakel het toestel in.
Controleer of de storing E5 zich voordoet, ook al is het maar
occasioneel.
Schakel de stroomtoevoer uit. Maak het toestel leeg. Neem
de ens van de verwarmingsweerstand uit en verwijder
kalkaanslag uit de binnenzijde van de boiler. Monteer het
toestel opnieuw zoals in de oorspronkelijke con guratie. Het
is raadzaam de enspakking te vervangen.
Controleer of de storing E5 zich voordoet, ook al is het maar
occasioneel.
22