7.7
Installatiemenu
OPGELET: DE VOLGENDE PARAMETERS MOGEN ALLEEN DOOR DESKUNDIGE VAKLUI WORDEN
GEWIJZIGD
Diverse instellingen van het toestel kunnen vanuit het installateursmenu worden gewijzigd. Links wordt het
onderhoudssymbool weergegeven.
Om het menu te openen: houd de knop 5 seconden ingedrukt, doorloop vervolgens de parameters
van het menu "L - INFO" tot u "PO-CODE" bereikt.
Voer de code in (geïllustreerd in de volgende tabel) en draai aan de knop om de parameters P1, P2, P3, ...
P11 te selecteren.
Wanneer u de te wijzigen parameter hebt bereikt, druk dan de knop in om zijn huidige waarde weer te geven
en draai de knop vervolgens om de gewenste waarde in te stellen.
Als u naar de parameterselectie wilt terugkeren, drukt u de knop in om de ingevoerde parameter op te slaan
of drukt u op "mode" (of wacht u 10 seconden) om de instelling af te sluiten zonder de ingevoerde waarde
op te slaan.
Druk de toets "mode" in om het installateursmenu te sluiten (het toestel sluit het menu automatisch
wanneer het 10 minuten niet werd gebruikt).
Parameter
Naam
P0
CODE
P1
T Max
P2
T Min
P3
T HP
P4
GREEN
P5
ANTI_B
P6
VOYAGE
P7
DEFROS
P8
HC-HP
P9
TIME_W
P10
RESET
P11
PROG
P12
BOOST2
P13
SILENT
Warmtepompboiler - ALGEMENE INFORMATIE
Beschrijving van de parameter
Invoeren van de code om het installateursmenu te openen. Op het display verschijnt het nummer
222. Draai aan de knop tot het nummer 234 wordt weergegeven en druk hem vervolgens in. U kunt
dan het installateursmenu openen.
Instelling van de maximumtemperatuur (waarde van 65 tot 75 °C).
Met een hogere temperatuur kunt u een grotere hoeveelheid warm water gebruiken.
Instelling van de minimumtemperatuur (waarde van 50 tot 40 ).
Een lagere temperatuur laat een grotere energiebesparing toe wanneer u slechts een beperkte
hoeveelheid warm water gebruikt.
Instelling van de maximumtemperatuur met de warmtepompgroep (van 40 tot 62 °C). Houd er
rekening mee dat temperaturen hoger dan 55 °C met de warmtepomp een snellere slijtage van de
compressor tot gevolg kunnen hebben.
Inschakeling/uitschakeling van de Green-functie (on/off).
Zie paragraaf 7.4.
Inschakeling/uitschakeling van de legionellabescherming (on/off)
Zie paragraaf 7.9.
Inschakeling/uitschakeling van de Voyage-functie (on/off).
Zie paragraaf 7.4.
Inschakeling/uitschakeling van de ontdooiingsfunctie (on/off).
In deze werkstand kan de pomp draaien bij temperaturen tot -5 °C.
Parameter signaal daluren/piekuren, vergrendeld (OFF)
Maximaal aantal verwarmingsuren per dag (5 tot 24 u.).
Resetten van alle fabrieksinstellingen.
Inschakeling/uitschakeling van de programmeerfunctie: P1, P2, P1+P2 (on/off).
Inschakeling/uitschakeling van de Boost2-functie (on/off).
Inschakeling/uitschakeling van de Silent-functie (on/off).
19