10
10
10
Afhankelijk van de keuze van het rijprogramma, kan het
10
apparaat bij een ongunstige standhoek stoppen om pas weer
verder te rijden na een hoekcorrectie
10
10
10
2. Controle van de standhoek
Wanneer de scalamobil tijdens het trap opgaan niet in een correcte, respectievelijk
niet in een voorgeprogrammeerde hoek in evenwicht wordt gehouden, bestaat (af-
hankelijk van het geselecteerde rijprogramma) de mogelijkheid de scalamobil hal-
verwege de trede te laten stoppen. Het apparaat gaat pas verder op de trap wanner
u de standhoek hebt gecorrigeerd. Hierbij is het het handigst dat de bediener een
trede omhoog gaat, de neigingshoek automatisch corrigeert en daarmee een last-
wisseling realiseert.
3. Dynamische Soft Step in afhankelijkheid van tredehoogte, standhoek en de stijg-
snelheid
Het apparaat verlangzaamt bij het trap afgaan kort voor het neerzetten de snel-
heid van de wielen, zodat minder schokken voelbaar zijn. Deze functie wordt
geregeld, in afhankelijkheid van de in hoofdstuk 2 geprogrammeerde tredehoogte.
Dat betekent dat de scalamobil altijd op het juiste moment de snelheid van de
wielen reduceert. Bovendien wordt de intensiteit en het juiste afremtijdstip gere-
geld, afhankelijk van de ingestelde stijgsnelheid (1-6) en de standhoek. Bij veel
rijprogramma's is deze functie ook bij het trap opgaan actief.
De scalamobil kan uitsluitend op één bepaalde trap worden geprogrammeerd.
Wanneer u het apparaat op andere trappen gebruikt, moet u altijd de modus "vreemde
trap" op de rijprogramma-keuzeschakelaar [2] instellen. U mag de modus "thuistrap"
evenmin gebruiken op trappen met duidelijk verschillende (meer dan 4 cm)
tredehoogten!