24
Continu branden
Het gaat erom om een zo hoog mogelijke temperatuur in de verbran-
dingskamer te krijgen. Daarmee worden de kachel en het brandma-
teriaal zo goed mogelijk benut en wordt er een schone verbranding
verkregen. Op deze manier wordt roetaanslag op de bekleding van de
verbrandingskamer en op het glas voorkomen. Bij het branden moet
u de rook niet kunnen zien, maar alleen ontwaren door een beweging
van de lucht.
Wanneer het hout in de kachel na de aansteekfase goed gloeit, kan
het eigenlijke branden beginnen. Vul de kachel bij met 2-3 stukken
hout van ca. 0,4 - 0,6 kg en ca. 25 cm lengte.
LET OP! Het is belangrijk om het hout snel te doen ontbranden en
aanbevolen wordt daarom om de toevoer van primaire lucht te verho-
gen. Het branden met een te lage temperatuur en te weinig primaire
lucht kan in het ergste geval het aanmaken van gassen veroorzaken.
Hierdoor kan de kachel beschadigd raken.
Bij het navullen met hout, moet de glazen deur voorzichtig worden
geopend, zodat ontsnapping van rook wordt voorkomen Vul nooit bij
met hout zo lang het vuur goed brandt.
Stoken in het voorjaar en najaar
In de overgangsperiode van het voorjaar/najaar waar men niet zo'n
grote behoefte aan warmte heeft, is het aanbevolen om een enkele
keer een „top down" verbranding uit te voeren.
De werking van de schoorsteen
De schoorsteen is de motor van de kachel en beslissend voor de wer-
king van de kachel. De trek van de schoorsteen geeft een onderdruk
in de kachel. Deze onderdruk verwijdert de rook uit de kachel en zuigt
lucht door de verbrandingsluchtklep naar de plaats waar het verbran-
dingsproces plaatsvindt. De verbrandingslucht wordt ook gebruikt als
een „ruitspoeling" die de ruit vrij houdt van roet.
De schoorsteentrek wordt gevormd bij het temperatuurverschil in
de schoorsteen en buiten de schoorsteen. Hoe hoger het tempera-
tuurverschil, des te beter de trek. Het is daarom belangrijk dat de
schoorsteen een.werkingstemperatuur bereikt, voordat men de de
klepinstellingen afstelt om de verbranding in te kachel te beperken
(een gemetselde schoorsteen heeft meer tijd nodig om warm te
worden dan een stalen schoorsteen). Op dagen waarop vanwege het
weer en de wind een slechte trek in de schoorsteen is, is het extra
belangrijk om de werkingstemperatuur zo snel mogelijk te bereiken.
Het gaat erom om zo snel mogelijk vlammen te krijgen. Hak het hout
extra fijn, gebruik een extra aanmaakblok, etc.
Na een langere stilstandperiode is het belangrijk om te controleren of
er blokkeringen in de schoorsteenbuis zijn.
Er is een mogelijkheid om meerdere aggregaten op dezelfde schoor-
steen aan te sluiten. Er moet echter eerst worden gekeken wat hier-
voor de geldende regels zijn.
Zelfs een goede schoorsteen kan slecht fungeren wanneer hij verke-
erd gebruikt wordt. Daarentegen kan een slechte schoorsteen goed
fungeren wanneer hij goed gebruikt wordt.
Werking tijdens verschillende
weeromstandigheden
De invloed van de wind op de schoorsteen kan een grote invloed heb-
ben op hoe de kachel onder verschillende windinvloeden reageert en
het kan daarom noodzakelijk zijn om de luchttoevoer in te stellen om
een goede verbranding te krijgen. Het kan een goed idee zijn om een
klep in het rookkanaal te monteren om op die manier de schoorsteen-
trek onder wisselende windinvloeden te kunnen regelen.
Mist en nevel kunnen ook een grote invloed op de schoorsteentrek
hebben en het kan daarom noodzakelijk zijn andere instellingen van
de verbrandingslucht te gebruiken om een goede verbranding te
bereiken.te bereiken.
S T O O K I N S T R U C T I E
Algemene aanwijzingen
Pas op! Delen van de kachel en speciaal de uitwendige oppervlakken
zullen warm worden tijdens het branden. De nodige voorzichtigheid
is geboden.
Leeg de as nooit in een brandbare tank. Het as kan na het branden
een lange tijd nagloeien.
Wanneer de kachel niet in gebruik is, kan de regelschuif gesloten
worden om de trek door de kachel te voorkomen.
Na stilstand gedurende een langere periode moet men vóór het aan-
steken de rookkanalen controleren op eventuele blokkeringen voor
het aansteken.
Schoorsteenbrand
Bij een schoorsteenbrand moeten de deur, de asla en alle kleppen van
de kachel gesloten worden. Indien nodig de brandweer bellen.
Het wordt aangeraden de schoorsteen altijd te vegen voordat u de
kachel weer voor het eerst gebruikt.