Fietsdynamica
Fietsdynamicameters meten hoeveel kracht u uitoefent tijdens de pedaalslag en waar u kracht uitoefent op het
pedaal om u inzicht te geven in uw fietstechniek. Als u weet hoe en waar u kracht uitoefent, kunt u efficiënter
trainen en uw bikefitting beoordelen.
OPMERKING: U dient over een systeem met twee sensors te Vector beschikken om fietsdynamicameters te
kunnen gebruiken.
Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/cyclingdynamics.
Fietsdynamica gebruiken
Voordat u fietsdynamica kunt gebruiken, moet u de Vector vermogensmeter koppelen met uw toestel
koppelen met de Edge 1030,
OPMERKING: Voor het opslaan van fietsdynamicagegevens is extra toestelgeheugen nodig.
1 Maak een rit.
2 Blader naar het fietsdynamicascherm om uw vermogensfasegegevens
pedaalmidden-offset
3 Houd zo nodig uw vinger op een gegevensveld
pagina 5).
OPMERKING: De twee gegevensvelden onder aan het scherm kunnen worden aangepast.
U kunt de rit verzenden naar de Garmin Connect app om meer fietsdynamicagegevens te bekijken
verzenden naar Garmin Connect,
Vermogensfasegegevens
Vermogensfase is het pedaalslaggebied (tussen de beginpedaalhoek en de eindpedaalhoek) waar u positief
vermogen produceert.
Pedaalmidden-offset
Pedaalmidden-offset is de locatie op het pedaaloppervlak waar u druk uitoefent.
Uw ritgegevens of geschiedenis wordt opgeslagen op uw Edge toestel of een ander compatibel Garmin toestel.
Dit gedeelte bevat instructies voor de Edge 1030.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer de timer is gestopt of gepauzeerd.
Als het geheugen van het toestel vol is, wordt er een bericht weergegeven. Het toestel overschrijft of verwijdert
niet automatisch uw geschiedenis. Upload uw geschiedenis regelmatig naar Garmin Connect om al uw
ritgegevens bij te houden.
6
pagina 5).
te bekijken.
pagina 7).
Vector gegevens
, totale vermogen
om het te wijzigen
(De gegevensvelden aanpassen,
(Vector
en
(Uw rit
Vector gegevens