5. Koppel alle externe apparaten los en verwijder alle geïnstalleerde kaarten voordat u aan de computer gaat werken:
Wanneer u een geïnstalleerde kaart wilt verwijderen, zoals een ExpressCard, raadpleegt u de Technologiehandleiding van Dell™ op uw computer
l
of gaat u naar support.dell.com.
Wanneer u wilt loskoppelen van een dockingstation, gaat u naar de E-Port gebruikershandleiding of de E-Port Plus gebruikershandleiding op
l
support.dell.com.
Wanneer u een batterijblok wilt verwijderen, raadpleegt u de installatiegids die bij uw batterijblok is geleverd of bezoekt u support.dell.com.
l
6. Zet de computer ondersteboven.
7. Schuif de batterijontgrendelingsschuifje naar rechts (open positie). Mogelijk moet u tijdens het verwijderen van de batterij het
ontgrendelingsmechanisme open houden.
8. Verwijder de batterij uit het compartiment.
1 ontgrendelingsschuifje batterijcompartiment 2 batterij
9. Zet de computer ondersteboven, open het beeldscherm en druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
KENNISGEVING:
Nadat u de terugplaatsingsprocedures hebt uitgevoerd, moet u nagaan of u de externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt
aangesloten voordat u de computer weer aansluit.
KENNISGEVING:
Om schade aan de computer te voorkomen moet u alleen de batterij gebruiken die speciaal voor deze Dell™-computer is bestemd.
Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.
1. Sluit externe apparaten aan, zoals een poortreplicator, een batterijblok of koelblok, en plaats alle kaarten terug, zoals een ExpressCard of SD-
geheugenkaart.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Breng de batterij opnieuw aan. Schuif de batterij in het batterijcompartiment totdat deze vastklikt.
4. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5. Zet de computer aan.
Terug naar inhoudsopgave