Doseerinrichting 3 gebruikt de spoeldruk om ingeschakeld te worden, terwijl de peristaltische doseerinrichting 1 elektrisch is.
Controleer of het TRANSPARANTE slangetje voor het opzuigen van product in de jerrycan met glansspoelmiddel is geplaatst
en of het filter en het gewicht op het slangetje (2) is geplaatst.
Om de dosering te starten is het voldoende om de machine aan te zetten en enkele volledige wascycli te draaien.
Afstelling: Bij elke spoeling neemt de doseerinrichting een hoeveelheid glansspoelmiddel af.
In de peristaltische doseerinrichting (1) wordt het minimale debiet verkregen door de stelschroef naar links te draaien en het
maximale debiet door de stelschroef naar rechts te draaien.
In de hydraulische doseerinrichting (3) wordt het minimale debiet verkregen door de stelschroef naar rechts te draaien en het
maximale debiet door de stelschroef naar links te draaien.
De doseerinrichting is gekalibreerd op een opzuiging van ongeveer 5 cm van het slangetje (0,70 g.)
Een te hoge dosis glansspoelmiddel veroorzaakt strepen op het vaatwerk en schuimvorming in de waskuip.
Vaatwerk met druppels erop en een langzame droging wijzen daarentegen op een te lage dosering glansspoelmiddel. Alvorens
de juiste hoeveelheid glansspoelmiddel te bepalen, is het handig om preventief de hardheidsgraad van het water vast te stellen
met behulp van een geschikte test.
(Als de waterhardheid hoger dan 12°f blijkt te zijn, moet er een ontkalkingssysteem boven de elektromagnetische toevoerklep
van de machine worden geïnstalleerd.) Omdat de hoeveelheid sterk varieert met de concentratie van het product en de formule,
moeten de vermelde hoeveelheden uitsluitend als indicatief worden beschouwd en worden deze alleen gegeven ter oriëntatie.
Om de hoeveelheid product exact te doseren, moet na de opzuiging het transparante slangetje uit de jerrycan met
glansspoelmiddel worden gehaald en de verplaatsing van de vloeistofkolom binnenin worden gemeten.
5.2 DOSERING VAN VAATWASMIDDEL – HANDMATIG OF VIA DE DOSEERINRICHTING (OPTIONEEL)
HANDMATIG
Op basis van de instructies van de fabrikant van het vaatwasmiddel moet de vereiste hoeveelheid vloeibaar vaatwasmiddel in
de waskuip worden gedaan, ongeveer 20 g per 5 wascycli.
De hoeveelheid kan variëren met het soort en de hoeveelheid water.
Gebruik uitsluitend speciale niet-schuimende vaatwasmiddelen in de aangegeven concentraties.
DOSEERINRICHTING VOOR VLOEIBAAR VAATWASMIDDEL (OPTIONEEL)
In de doseerinrichting voor vaatwasmiddel (1) wordt het minimale debiet verkregen door de stelschroef naar links te draaien en
het maximale debiet door de stelschroef naar rechts te draaien; houd er rekening mee dan 1 gram vaatwasmiddel een volume
van ongeveer 8 cm van het slangetje inneemt.
Controleer of het RODE slangetje voor het opzuigen van product in de jerrycan met vaatwasmiddel is geplaatst en of het filter
en het gewicht op het slangetje (2) is geplaatst.
Wend u voor het type en de hoeveelheid vaatwasmiddel tot uw leverancier van chemische producten.
Een te grote hoeveelheid vaatwasmiddel kan witte strepen achterlaten op het vaatwerk en schuimvorming in de waskuip
veroorzaken.
6 – GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Controleer:
Draai de
Het niveau van
waterkraan
Zet de hoofdschakelaar
vaatwasmiddel en
open
op AAN (netvoeding)
glansspoelmiddel in
Of de filters op hun plaats zitten, de sproeiarmen
(waterleiding).
de reservoirs.
draaien en er geen vreemde voorwerpen in de
vaatwasser zitten.
9