7.
Onderhoud elektrische gereedschappen met zorg. Houd het schoon en scherp. Goed
onderhouden, scherp boor- en zaaggereedschap gaat minder snel kapot en is makkelijker te
bedienen;
LET OP: Houd de rubberen afdichtring van de vacuümvoet schoon en vrij van vuil en spanen!
8.
Controleer op verkeerde uitlijning, slijtage van onderdelen en andere omstandigheden die de
werking van het gereedschap nadelig kunnen beïnvloeden. Zorg dat het gereedschap voor
gebruik wordt gerepareerd als het beschadigd is. Veel ongelukken worden veroorzaakt door
slecht onderhouden gereedschap.
9.
Gebruik alleen accessoires die door EUROBOOR voor je machine worden aanbevolen.
Accessoires die geschikt zijn voor de ene machine kunnen gevaarlijk worden bij gebruik op
een andere machine.
10. Haal de stekker uit het stopcontact voordat je aanpassingen uitvoert, accessoires verwisselt,
of de machine opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het
risico dat het elektrische gereedschap per ongeluk opstart;
11. Bewaar gereedschap dat niet wordt gebruikt buiten het bereik van kinderen en andere
ongetrainde gebruikers. Gereedschappen is gevaarlijk in handen van ongetrainde gebruikers.
Service
1. De service mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd reparatiepersoneel. Service of
onderhoud door ongekwalificeerd personeel kan leiden tot letselrisico;
2. Gebruik bij het onderhoud van een gereedschap alleen identieke vervangingsonderdelen.
Volg de instructies in het onderhoudsgedeelte van deze handleiding. Het gebruik van niet-
geautoriseerde onderdelen of het niet opvolgen van onderhoudsinstructies kan leiden tot
elektrische schokken of letsel;
1.2 Specifieke veiligheidsinformatie
Houd je vingers ver uit de buurt van het boorvlak;
•
Raak de boorprop die automatisch door de pilot pin wordt uitgeworpen niet aan direct na
•
het voltooien van het boorwerk. Contact met de boorprop kan, als hij heet is of valt, leiden
tot persoonlijk letsel;
Gebruik altijd de beschermkap. Controleer of de beschermkap goed gemonteerd is voordat
•
je de machine aanzet;
Gebruik altijd de veiligheidsketting;
•
De boormachine met vacuümvoet is bijzonder geschikt voor gebruik op niet-magnetisch
•
roestvrijstaal (RVS), aluminium en dun koolstofstaal met nul luchtspleet tussen de rubberen
afdichtring en het montageoppervlak. Kromming, verflagen of een oneffen oppervlak
veroorzaken een vacuümlek. De VACU-TEC sensor in de machine zal dit detecteren en in dat
geval zal de motor voor je eigen veiligheid niet starten;
Plaats de machine altijd op een even oppervlak;
•
Klem de machine niet op kleine of onregelmatig gevormde voorwerpen;
•
Zet de machine pas aan als je hebt gecontroleerd dat de vacuümvoet stevig op het
•
montageoppervlak is vastgezet;
Stel de machine zodanig in dat kernboor niet in het werkstuk steekt voordat je gaat boren;
•
Voer geen ontwerp-, montage- of constructiewerkzaamheden uit op het werkstuk terwijl de
•
machine is ingeschakeld;
Schakel de machine niet in totdat deze volgens de bovengenoemde instructies is gemonteerd
•
en geïnstalleerd;
6