(*1) Geavanceerde functie: Ofwel het regelen van de koelings- of verwarmingsstroom, ofwel energiebesparing door
bewegingsdetectie.
(*2) De werking van de ventilator minimaliseren wanneer de thermostaat is uitgeschakeld: De ventilator werkt
gedurende 20 seconden met een interval van 5 minuten in de Heat-modus.
(*3) 1: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is; 3: De ventilator wordt
uitgeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is met een binnenunit voor alleen koelen.
(Binnenunit voor alleen koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren'
(MCM-C200) op de buitenunit en zet u deze in de Cool-modus.)
(*4) Als een van onderstaande punten 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe warmteopwekker, zal
het signaal voor de externe contactregeling niet worden uitgevoerd.
2: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is.
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is met een binnenunit
voor alleen koelen
(Binnenunit voor alleen koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren'
(MCM-C200) op de buitenunit en zet u deze in de Cool-modus.)
OPMERKING
• Als de ventilator is uitgeschakeld voor een binnenunit voor alleen koelen door het instellen van de optie SEG9=3 of
SEG15=3, hebt u een externe sensor nodig om de exacte binnentemperatuur te kunnen bepalen.
(*5) Standaard instelwaarde 5 °C
(*6) Als de airconditioner opereert in de Heat-modus onmiddellijk na het einde van het koelen, wordt het
condenswater in de afvoerbak omgezet in waterstoom door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit.
Aangezien de waterstoom kan condenseren op de binnenunit en in een woonruimte kan neervallen, gebruikt u
deze functie om de waterstoom uit de binnenunit te verwijderen door de ventilator te laten draaien (maximaal 20
minuten), ook al is de binnenunit uitgeschakeld nadat de Cool-modus is omgeschakeld naar de Heat-modus.
Installatie-opties voor de 05-serie
SEG1
SEG2
0
5
SEG7
SEG8
(Bij het instellen
van SEG3)
Referentie voor
1
omschakeling van
Cool-modus naar
Heat-modus
SEG13
SEG14
2
-
SEG19
SEG20
3
-
SEG3
(Bij het instellen van
Gebruik van de
HR-specifieke
automatische
Compensatie voor de
omschakelfunctie in
referentietemperatuur
de Auto-modus
voor verwarming
SEG9
Compensatie-
(Bij het instellen van
optie voor een
SEG3)
lange buis en het
Tijd die nodig is voor
hoogteverschil
moduswijziging
tussen binnenunits
SEG15
-
SEG21
-
SEG4
SEG5
(Bij het instellen van
SEG3)
SEG3)
Compensatie voor de
referentietemperatuur
voor koeling
SEG10
SEG11
-
SEG16
SEG17
-
-
SEG22
SEG23
-
-
SEG6
(Bij het instellen van
SEG3)
Referentie voor
omschakeling van
Heat-modus naar
Cool-modus
SEG12
-
SEG18
Variabelen bepalen
wanneer het
heetwatertoestel
of een externe
warmteopwekker
wordt gebruikt
SEG24
-
37
Nederlands