Nederlands
8. Inbedrijfstelling
8.1. Minimaal vereiste controles
Als het verwarmingstoestel volledig is gemonteerd en
aangesloten, kunt u nu de correcte werking controle-
ren.
De volgende minimaal vereiste controles moeten
worden uitgevoerd:
Isolatiecontrole met een spanning van minstens
500 V. De isolatieweerstand moet minstens
0,5 MΩ hebben.
Meting van de vermogensopname.
Als alternatief kan ook een koude weerstandsme-
ting worden uitgevoerd.
8.2. Opnieuw installeren
Als een toestel dat al in gebruik was, gedemonteerd
en op een andere plaats wordt opgesteld, moeten
vóór het verwarmen opnieuw alle inbedrijfstel-
lingscontroles worden uitgevoerd.
Bij het eerste opladen van de accumulatorverwarming
na de montage moet het volledige proces, beginnend
met de koude toestand (kamertemperatuur) tot het
uitschakelen van de laadregelaar, door een gekwalifi-
ceerde vakman worden gecontroleerd.
De hierbij door het verwarmingstoestel opgenomen
hoeveelheid energie in kWh bepalen. Deze mag niet
meer dan 125 % van de op het typeplaatje vermelde
nominale oplading bedragen.
VERWIJZING
Bij de montage controleren of de warmte-isolatie tij-
dens het transport niet werd beschadigd.
Een beschadigde warmte-isolatie moet door een
identiek onderdeel worden vervangen voordat het
verwarmingstoestel opnieuw wordt gebruikt!
8.3. Installateurmenu
De inbedrijfstelling van de accumulatorverwarming
door de vakman gebeurt via het installateurmenu.
Eerst moeten hierbij volgende gegevens worden in-
gevoerd:
Actuele tijd, datum
DST = zomer/wintertijdomschakeling
Toetssignaal aan/uit.
Na de invoer verschijnt het basismenu gebruiker. In de
fabriek zijn de onderaan vermelde timertijden inge-
steld. Deze kunnen altijd worden aangepast.
Comfort 1
Comfort 2
06:00 -
06:00 -
22:00
22:00
NL-14
Comfort 3
Comfort 4
06:00 -
06:00 -
22:00
22:00
De hierna beschreven functies moeten in het installa-
teurmenu worden ingesteld.
Nr.
Functie
Centrale oplaad-
P9
besturing
Externe kamer-
P10
temperatuurrege-
laar
P11
Hulpverwarming
P12
Vrijgavesignaal
Vrijgave handma-
P13
tig
Storingsgedrag
bij ontbrekend
P14
oplaadstuursig-
naal.
Aanpassing van
P15
de opladings-
graad in procent
Installateurmenu oproepen
Toets MENU ingedrukt houden. Het display wisselt
eerst naar het menu OPLADING. Toets verder inge-
drukt houden (in het totaal ca. 3 seconden). Het dis-
play wisselt naar het hoofdmenu.
P9 – Gebruik aan centrale oplaadbesturing
VERWIJZING
Geen instelling vereist als het toestel zonder centrale
oplaadbesturing wordt gebruikt.
Toets MENU, ENTER en TERUG ca. drie seconden
lang ingedrukt houden. PIN-code 0000 knippert.
PIN-code vier keer met de toets ENTER bevesti-
gen. Weergave P9 knippert.
Weergave P9 selecteren. P9 knippert.
Op toets ENTER drukken. OFF knippert.
2202/D
Inbedrijfstelling
Verklaring
Ja/nee
Indien ja: AC/DC
Indien AC: ID in procent
Ja/nee
Ja/nee
Momenteel zonder functie
Tijdvenster vastleggen voor
handmatige invoer.
Zie "P13 – Vrijgave hand-
matig" op pagina 16.
Vastleggen of bij een ont-
brekend signaal aan de
klemmen A1, A2 een lading
moet plaatsvinden of niet.
Aanpassing (verhoging of
daling) van de opgegeven
oplading in stappen van
10 %.
www.thermocomfort.be