INBOUW EN MONTAGE
ø 8 mm
m
5 m
4 x
4 x
26
26
OPMERKING: Beschadiging van metsel-
werk/buitenwand door verkeerd gerichte
uitdruipranden.
• Let erop dat de hellingshoek van beide
uitdruipranden naar de grond zijn gericht.
► Schuif de bodemplaat op de bovenstaande
wandmontagehuls.
!
Uitlijning van de uitdruipranden:
De hellingshoek leidt naar de grond.
► Lijn de bodemplaat met een waterpas uit.
► Markeer de vier boringen.
► Breng de vier boringen met Ø 8 mm, min. 50 mm
diep aan.
TIP: Breng de afdichttape pas vlak voor de
montage van de bodemplaat aan. Hierdoor
voorkomt u een te sterke opzwelling van de
afdichtingsband, en vergemakkelijkt maakt de
montage.
► Bevestig de afdichtingsband, 9 mm, aan de bui-
tenkant, rondom de wand langs de buitenrand van
het bodemplaat:
• Gelijk aan de opening voor de wandmontagehuls.
• Met een afstand van 5 mm langs de buitenrand.
De afdichtingsband mag niet aan de
!
binnenrand van de opening aan de wand
worden bevestigd.
► Plaats de pluggen in de boringen.
► Schroef de bodemplaat van de weerbestendige kap
met 4 bouten en onderlegringen in de montageplug
vast.
TIP: Gebruik bij het aanbrengen van de bo-
demplaat van de weerbestendige kap Smart
op buitenmuren met isolatie of bij gebruik van
het wandmontageblok/wandmontagesysteem
Simplex-isolatiepluggen voor bevestiging.
Isolatiepluggen worden niet meegeleverd, ze
zijn optioneel verkrijgbaar.
Ventilatiesysteem iV-Smart+ | Montagehandleiding