Bedieningspaneel
1. thermostaat (JUMO)
2. Brander aan/uit (met indicatielampje)
Met de hoofdschakelaar (4) zet u de pomp AAN en UIT.
De temperatuurindicator of thermostaat (1) geeft de
temperatuur van het water aan de toevoerzijde van het
waterverwarmingscircuit aan. Deze indicator kan ook worden
gebruikt om de bedrijfstemperatuur in te stellen.
Er is alleen stroomtoevoer naar de verwarmingseenheid
(brander en ventilator) wanneer de schakelaar [Brander aan/
uit] (2) op AAN staat. De hoofdschakelaar moet in de AAN-
stand staan. Wanneer de brander UIT is, brandt het groene
lampje niet.
4.2.2
Manometer
De manometer meet de waterdruk aan de toevoerzijde van de
hogedrukpomp. Deze wordt ook gebruikt bij onderhoud om te
controleren of de weerstand door verkalking te hoog is.
4.2.3
Unloader
De unloader wordt gebruikt om de waterdruk in te stellen. De
druk is standaard 110 bar. De druk kan indien nodig verlaagd
worden. Wanneer de hogedrukpomp in bedrijf is en de
spuitlans niet wordt gebruikt, wordt het water gerecirculeerd.
3. Urenteller
4. Hoofdschakelaar
37