V
—Druk op
ERTICALE POSITIE
omhoog te verplaatsen.
F
—Hiermee kunt u de klokfrequentie van de weergavegegevens wijzigen
REQUENTIE
in overeenstemming met de frequentie van de grafische kaart van uw computer.
Als u een verticale knipperende golf ziet, gebruik dan Frequentie om de balken te
minimaliseren. Dit is een onnauwkeurige aanpassing.
O
—Synchroniseer de fase van het beeldschermsignaal met die van de
PSPORING
grafische kaart. Als u een onstabiel of flikkerend beeld hebt, gebruik dan de functie
Opsporing om dit te corrigeren. Dit is een nauwkeurige aanpassing.
WEERGAVE (in videostand)
Met het menu Weergave kunt u de weergave-instellingen van uw projector
aanpassen. Het menu Weergave biedt de volgende opties:
V
—Hiermee kunt u de weergavestand van de projector optimaliseren:
IDEOSTAND
Presentatie, Helder, Film, sRGB (geeft een nauwkeuriger kleurenweergave), en
Aangep. (stelt uw voorkeurinstellingen voor deze twee opties in). Als u de
instellingen voor Witbalans of Degamma aanpast, schakelt de projector
automatisch over op Aangep..
S
—Selecteer het signaaltype met de hand: RGB, YCbCr, of YPbPr.
IGNAALTYPE
Z
—Druk op
OOM
projectiescherm en druk op
enkele weergave).
Z
—Druk op
OOMNAVIGATIE
W
—Stel de waarde in op 0 om de reproductie van de kleur te
ITBALANS
maximaliseren en op 10 om de helderheid te maximaliseren.
D
—Hiermee kunt u kiezen uit 4 vooraf ingestelde waarden (1, 2, 3, 4) om
EGAMMA
de kleurprestaties van het beeld te wijzigen.
om het beeld omlaag te verplaatsen en
om een beeld maximaal 8 keer te vergroten op het
om het ingezoomde beeld te verkleinen (voor
om te navigeren op het projectiescherm.
Uw projector gebruiken
om het
36