2 Voorwoord
In de Beknopte handleiding van het Uponor
Ruimtetemperatuurregeling worden de installatie
en bediening van de onderdelen van het systeem
beschreven.
2.1 Veiligheidsvoorschriften
In deze handleiding gebruikte waarschuwingen
In de handleiding worden de volgende symbolen
gebruikt om bijzondere voorzorgsmaatregelen aan
te geven bij de installatie en bediening van Uponor
apparatuur:
W A A R S C H U W I N G !
STOP
Gevaar voor lichamelijk letsel. Het negeren
van waarschuwingen kan leiden tot
lichamelijk letsel of schade aan onderdelen.
V O O R Z I C H T I G !
Het negeren van deze meldingen kan leiden
tot storingen.
Veiligheidsmaatregelen
Neem de volgende maatregelen in acht bij de installatie
en bediening van Uponor apparatuur:
•
Lees de instructies in de installatie- en
bedieningshandleiding door en houd u hieraan.
•
De installatie moet worden uitgevoerd door
een bevoegd persoon en conform de plaatselijk
geldende voorschriften.
•
Het is niet toegestaan om wijzigingen of
aanpassingen aan te brengen die niet in deze
handleiding zijn aangegeven.
•
Voordat u aan de bedrading gaat werken, moet de
stroomvoorziening volledig zijn uitgeschakeld.
•
Gebruik geen water om Uponor systeemonderdelen
te reinigen.
•
Stel de Uponor systeemonderdelen niet bloot aan
brandbare vloeistoffen of gassen.
•
We aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor
schade of uitval die het gevolg kan zijn van het
negeren van deze instructies!
4
B E K N O P T E H A N D L E I D I N G
U P O N O R W I R E D 2 4 V, R O O M C O N T R O L S · B E K N O P T E H A N D L E I D I N G
Voeding
W A A R S C H U W I N G !
STOP
Het Uponor systeem gebruikt 50 Hz, 230
V AC voeding. Sluit in geval van nood
onmiddellijk de stroomtoevoer af.
Technische beperkingen
V O O R Z I C H T I G !
Zorg ervoor, om interferentie te voorkomen,
dat installatie-/datakabels uit de buurt
blijven van stroomkabels van meer dan 50 V.
2.2 Afdanken
De Uponor Draadloze ruimtetemperatuurregeling bevat
diverse onderdelen die kunnen worden gerecycled.
Uponor stelt het op prijs wanneer de onderdelen
(batterijen, kunststoffen en elektrische of elektronische
onderdelen) worden gesorteerd en naar een geschikt
recyclingcentrum worden gebracht.