De batterijlader gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)
U kunt de batterij opnieuw opladen met de batterijlader CB-2LV/
CB-2LVE (afzonderlijk verkrijgbaar).
1
Plaats de batterij in de
batterijlader.
Zorg dat de symbolen
batterij en de batterijlader recht
tegenover elkaar staan zodat de
batterij correct wordt geplaatst.
2
Het model en type van de
batterijlader kan per land
verschillen.
(Voor CB-2LV)
Steek de stekker van de batterijlader
in een stopcontact.
(Voor CB-2LVE)
Sluit het netsnoer aan op de
batterijlader en steek de stekker in
een stopcontact.
Tijdens het opladen van de batterij brandt het oplaadlampje
oranje. Als de batterij volledig is opgeladen, wordt het
oplaadlampje groen.
Als de batterij is opgeladen, haalt u het netsnoer van de
batterijlader uit het stopcontact en haalt u onmiddellijk de
batterij uit de lader.
Om de levensduur van de batterij te waarborgen moet u de
batterij nooit langer dan 24 uur opladen.
Het duurt ongeveer anderhalf uur om een lege batterij volledig
op te laden (volgens de testnormen van Canon).
U wordt aangeraden de batterij op te laden bij een
temperatuur van 5 – 40 °C.
De oplaadtijd is afhankelijk van de omgevingstemperatuur
en de resterende lading van de batterij op dat moment.
Symbool
op de
Oplaadlampje
121