Gebruikershandleiding
5.
UITLIJN PROCEDURE
De juiste uitlijning tussen de zender en de ontvanger units is noodzakelijk voor een correcte werking
van het lichtscherm.
Een goede uitlijning zorgt ervoor dat de uitgangen stabiel schakelen bij vervuiling en trillingen van het
lichtscherm.
De uitlijning is perfect als de optische lijn van de eerste en laatste lichtstraal van de zender unit
overeenkomt met dezelfde optiek van de ontvanger unit.
De lichtstraal welke het dichtst bij de connector zit zorgt voor de optische synchronisatie van de zender
met de ontvanger.
Alle signalen worden weergegeven door symbolen welke duidelijk afleesbaar zijn, Hieronder volgt een
uitleg van deze symbolen om misverstanden te voorkomen.
NORMAL
SAFE(BREAK)
29
laatste optiek (LAST)
eerste optiekc = synchronisatie (SYNC)
Ontvanger
LAST
OP.
SYNC
Fig. 22
Zender
NORMAL
OP.
Fig. 23
SG4 BASE
ON