4. Aanpassingen van de hoek en de hoogte dienen met kleine stappen te worden gedaan en
opnieuw getest, totdat u een optimaal beeld krijgt.
5. Draai de ratelarmbout los om de hoek van de transducer in te stellen.
6. Draai de 2 schroeven van de montagebeugel los om de hoogte van de transducer in te stellen.
7. Draai de ratelarmbout en de montageschroeven weer vast voordat u de transducer opnieuw test.
Opmerking:
• Soms is het niet mogelijk om dieptemetingen te doen bij hogere snelheden als gevolg van
luchtbellen onder de transducer.
• Het kan nodig zijn meerdere aanpassingen aan de transducer te doen voordat u het optimale
resultaat krijgt.
• Als de plaats van de transducer moet worden gewijzigd, zorg er dan voor dat alle oude
boorgaten worden gevuld met voor de scheepvaart geschikte kit.
Montage
31