n Uitgangen (ON/OFF) (1.6)
Met deze optie kunt u de alarmuitgangen (sirenes) uit-
zetten, en de apparaten (sprinklers, lampjes enz.) zet-
ten op ON/OFF.
1. Druk op A of B om de optie Uitgang Uitg.>OFF=STOP
weer te geven:
GEBRUIKER
1.6
Uitg.>OFF=Stop
2. Druk op ENTER om de apparaten op ON/OFF te zet-
ten en ga naar "De apparaten op ON/OFF zetten", of:
Ø Druk op OFF om de alarmuitgangen uit te zetten
STOPPEN
alle uitgangen?
Ø Druk op ON om de uitgezette alarmuitgangen te her-
vatten:
ACTIVEREN
alle uitgangen?
3a. Druk op ENTER om te bevestigen en terug te keren
naar stap 1.
De apparaten op ON/OFF zetten
3b. Voer het identificatienummer van de gevraagde uit-
gang in:
Uitg. Aan/Uit 04
4b. Druk op ENTER: het bedieningspaneel geeft een
booptoon af, wanneer de geselecteerde uitgang
NIET is gereserveerd voor apparaatbediening, an-
ders wordt er het volgende getoond
Uitg. Aan/Uit 04
Uitgang
5b. Druk op:
Ø ON om de uitgang te activeren
Uitgang
Nu actief
Ø OFF om de uitgang te deactiveren
Uitgang
Gedesactiveerd
6b. Druk op ESC om terug te keren naar stap 3b.
48
04
04
04
n Partitie activeren (deactiveren) (1.7 )
Met deze optie kunt u de partities een voor een active-
ren/deactiveren .
+
De enkele partitie kan rechtstreeks worden geacti-
veerd vanuit de partitiestatus (zie "De partitiestatus
weergeven").
1. Druk op A of B om de optie Part. Insch. weer te ge-
ven:
GEBRUIKER
1.7
Part. Insch.
2. Druk op ENTER om de optie te selecteren:
Part. Insch. ---
3. Voer het identificatienummer van de gevraagde
partitie in:
Part. Insch. 001
Partitie
4. Druk op:
Ø ON voor Activeren bij afwezigheid;
Partitie
Ingeschakeld
Ø OFF voor Deactiveren;
Partitie
UITGESCHAKELD
Ø A voor Activeren bij aanwezigheid;
Partitie
Deel Ingesch.
Ø B voor Nuluitloop – Activeren bij aanwezigheid.
Partitie
Direct Ingesch.
Het bedieningspaneel afsluiten via het gebruikersme-
nu.
Uitbreidbaar hybride-regelpaneel
01
01
01
01
01