Veilige werking
De TX-MATIC schaafbeveiliging past zich automatisch aan de omstandigheden van de betreffende werkstukbe-
werking aan en is ook zeer eenvoudig te bedienen.
De wielunit (3) aan het uiteinde van de aluminium brug (zie Figuur 7) kan in de verticale, horizontale en 45°-
positie worden gedraaid. In de horizontale stand kan hij ook 180° worden gedraaid.
Verticale positie:
• Door de wielen in de verticale positie te plaatsen (zie Figuur 8), wordt de brugslag automatisch uitge-
voerd tot een maximale hoogte van 75 mm door de werkstukaanvoer.
• Na de bewerking bereikt de brug automatisch het niveau van het tafelblad.
Horizontale positie:
Alle vier zijden van een werkstuk tot maximaal 100 x 100 mm kunnen zonder voorinstelling bewerkt worden door
het werkstuk tegen de schaafgeleider te plaatsen (met de wielen in horizontale positie).
• Tijdens de werkstukaanvoer tegen de schaafgeleider beweegt de brug tot maximaal 100 mm van de schaaf-
geleider ( Figuur 9). Na de bewerking keert de brug automatisch terug naar de uitgangspositie.
Positie gekanteld over 45°:
Bovendien kunnen de wielen op de schaafgeleider in 45°-positie worden gebruikt voor afkanten en afschuinen
(zie Figuur 13).
7.2.1 Veilige positie van de handen tijdens de werkstukaanvoer
De volgende figuren tonen de juiste positie van de handen voor de respectieve bewerkingen:
Figuur 8: Vlakschaven van vlakke en brede werkstukken
Figuur 9: Kantenschaven van werkstukhoogten < 75 mm
BA_ST_TX-MATIC_NL_42-23.docx
Figuur 10: Zijkanten van werkstukken schaven
Vervolg zie
volgende pagina
7