5.3.8 Instellen helderheid display
Na het inschakelen licht het display op. De helderheid kan worden aangepast als de
omgevingsomstandigheden daarom vragen.
Door gelijktijdig de twee knoppen Pijl Omhoog en Pijl Omlaag in te drukken, als het
aandrijfsysteem is ingeschakeld, komt u in de instelmodus. In het display verschijnt eerst de
vraag om een pincode in te voeren.
Door indrukken van de knop Pijl Omlaag, komt u bij het instellen van de helderheid. Er is keuze
uit zeven verschillende sterktes. Door herhaaldelijk op de knop Pijl Omlaag te drukken worden
deze getoond en – zo nodig – ingesteld. De gebruikte helderheid wordt in de weergaveregel in
het display weergegeven.
Niveau
Weergave
1
BL - off
2
BL-AT1
3
BL-AT2
4
BL-AT3
5
BL-on-1
6
BL-on-1
7
BL-on-1
Door op de knop MODE te drukken, gaat u terug naar het beginscherm.
5.3.9 Inschakelen fietsverlichting
Deze optionele functie maakt het mogelijk om de fietsverlichting te koppelen aan de accu van
het aandrijfsysteem.
Hiervoor dient u de knop Pijl Omlaag ingedrukt te houden.
Na ongeveer een seconde wordt de fietsverlichting ingeschakeld.
De functie wordt in het display aangegeven door een lampsymbool tussen de aanduiding voor
het aandrijvingsniveau en het oplaadniveau.
Om het licht uit te schakelen dient u de knop Pijl Omlaag opnieuw in te drukken. Na ongeveer
een seconde is de fietsverlichting weer uitgeschakeld.
Helderheid
geen verlichting
zwak
middel
fel
zwak
middel
fel
Licht op na het
inschakelen van
het systeem of na
het indrukken van
één van de
knoppen
gedurende ca. 4
seconden
Continue
verlichting