Reiniging en onderhoud
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sers
– ovensprays
Vetfilter in de afwasautomaat reini-
gen
Plaats het vetfilter verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen 50 °C en 65 °C.
Bij reiniging in de afwasautomaat kun-
nen sommige reinigingsmiddelen blij-
vende verkleuringen veroorzaken op
de filteroppervlakken van het vetfilter.
Deze verkleuringen hebben geen na-
delig effect op de werking van het fil-
ter.
Na het reinigen
Leg het vetfilter na het reinigen nog
een tijdje op een vochtopnemende
onderlaag te drogen.
Maak voordat u het filter terugzet die
delen van de ommanteling schoon
waar u bij kunt komen. Daarmee
voorkomt u brand.
22
Plaatsen van het vetfilter
Draai het vetfilter zo dat de rode
kunststofgeleiders aan de voorkant
liggen en naar boven wijzen.
Plaats het vetfilter aan de voorkant in
het wasemscherm, druk het naar bo-
ven en schuif het tegelijk met het wa-
semscherm naar binnen, waarbij het
op de pennen glijdt. Druk het vetfilter
daarna aan de achterkant nog even
aan.