Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Smart Station gebruiken
OPMERKING
Wanneer u de netwerkfunctie van de Smart Station-monitor of computer wilt gebruiken, mag u de
netwerkkabel maar op een van beide netwerken tegelijk aansluiten. Als u op allebei een netwerkkabel
aansluit, kan het systeem vastlopen.
1. Steek de netwerkkabel in de Smart Station-monitor.
2. Schakel de netwerkadapter van de Smart Station-monitor in door Inschakelen te
selecteren in de Netwerkinstellingen.
OPMERKING
Als u de netwerkadapter van de Smart Station-monitor wilt inschakelen, gaat u naar
Configuratiescherm
Netwerk en internet
wijzigen.
Selecteer de netwerkadapter van de Smart Station-monitor (weergegeven als LAN9512/
LAN9514 USB 2.0 to Ethernet 10/100 Adapter).
Selecteer Inschakelen.
3. Controleer in de netwerkeigenschappen of Automatisch een IP-adres laten toewijzen
is geselecteerd voor de netwerkadapter van de Smart Station-monitor.
OPMERKING
U controleert of de netwerkadapter van de Smart Station-monitor is ingesteld op het automatisch
laten toewijzen van een IP-adres via Configuratiescherm
Netwerkcentrum
Adapterinstellingen wijzigen.
Smart Station-monitor (weergegeven als LAN9512/LAN9514 USB 2.0 to Ethernet 10/100
Adapter).
Klik erop met de rechtermuisknop.
Internet Protocol versie 4(TCP/IPv4).
Netwerkcentrum
Adapterinstellingen
Klik erop met de rechtermuisknop.
Netwerk en internet
Selecteer de netwerkadapter van de
Selecteer Eigenschappen.
Selecteer
Selecteer Eigenschappen.

Statisch IP-adres

Om het IP-adres (particulier of officieel) op uw computer te configureren moeten er IP-
adressen worden toegewezen aan de computer (meestal wordt dit gedaan door een server).
Van uw internetprovider krijgt u een extern IP-adres. Het interne IP-adres wordt toegewezen
door uw internetrouter. U kunt kiezen of u het IP-adres van uw computer automatisch of
handmatig wilt configureren. De modus voor een statisch IP-adres wordt gebruikt om het IP-
adres handmatig op te geven. De modus voor een statisch IP-adres is geschikt als het IP-
adres van de computer niet moet worden gewijzigd (zoals voor een server voor het delen van
bestanden) en wordt doorgaans niet gebruikt, behalve onder speciale omstandigheden.
OPMERKING
Wanneer u de netwerkfunctie van de Smart Station-monitor of computer wilt gebruiken, mag u de
netwerkkabel maar op een van beide netwerken tegelijk aansluiten. Als u op allebei een netwerkkabel
aansluit, kan het systeem vastlopen.
1. Schakel de netwerkadapter van uw computer uit met Uitschakelen in de
Netwerkverbindingen.
OPMERKING
Als u de netwerkadapter van de computer wilt inschakelen, gaat u naar Configuratiescherm
Netwerk en internet
Netwerkcentrum
netwerkadapter van de computer.
Klik erop met de rechtermuisknop.
Adapterinstellingen wijzigen.
Selecteer de
Selecteer Uitschakelen.
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C24b750xC27b750x

Inhoudsopgave