6. Communicatie
Het telwerk ondersteunt twee communicatiekanalen (radiografisch of M-bus).
De protocollen kunnen voor beide communicatiekanalen verschillend zijn en zijn vooraf af fabriek ingesteld.
6.1 Radiografische communicatie
De ingebouwde radiografische communicatie is een interface voor communicatie met radiografische ontvangers.
De draadloze communicatie-identificatie komt overeen met het volledige serienummer van het apparaat.
De unidirectionele communicatie is gespecificeerd met:
Een verzending vindt om de 8 ... 256 s plaats (variabel, conform max. 0,1 % duty cycle (min. 8 s); afhankelijk van
de protocollengte en de programmering)
• De communicatie geeft altijd de actueel gemeten gegevens door
• Zendfrequentie: 868 MHz
• Voor de ontvangst van het protocol staan verschillende ontvangers ter beschikking (bijv. Bluetooth, GPRS, LAN, ...)
• Het protocol komt overeen met OMS-profielen A of profielen B en is gecodeerd
• Uitleessoorten: stationair of mobiel
6.2 Communicatiemodule M-bus
Bij de communicatie met M-bus gaat het om een seriële interface voor de communicatie met externe apparaten
(M-bus centrale), bijv. Rossweiner dataverzamelaar. Er kunnen meerdere meters op één centrale worden aangesloten.
De twee laatste cijfers van het serienummer van het apparaat worden als primair adres doorgegeven.
De aansluiting is onafhankelijk van de polariteit en galvanisch gescheiden
• M-bus-protocol voldoet aan EN 1434;
• 300 of 2400 Baud (auto Baud detect)
• Aansluitmogelijkheid: 2 x 2,5 mm²;
• Opgenomen stroom: een M-bus-belasting
12