Plena Easy Line Mixer | Installatie- en gebruikershandleiding | Bediening
5.2
Microfoon-/lijnregelaars
Gebruik de hoofdvolumeknoppen (9) voor het
afzonderlijk regelen van het geluidsniveau van de
microfoon-/lijningangen 1 tot en met 6.
Opmerking
Gebruikers kunnen aangepaste labels maken
voor de microfoon/lijningangen, beschrijving van
de muziekbronnen en geluidsuitgangszones 1
en 2. Deze labels kunnen op de mixer worden
aangebracht op positienummers 2, 4 en 6 (zie
figuur 5.2). Ook kunnen gekleurde pinnetjes op
verschillende plaatsen rondom de draaiknoppen
worden geprikt om de favoriete instellingen voor
een bepaalde toepassing aan te geven.
5.3
Muziekregelaars
5.3.1
Bronkeuze
Selecteer één van de aangesloten muziekbronnen met
behulp van de muziekbronkeuzeschakelaar (11).
5.3.2
Volumeregeling
Regel het volume van de geselecteerde muziekbron met
behulp van de volumeregelaar voor de muziekbron (12).
5.4
Toonregelaar
5.4.1
Inleiding
De unieke toonregelaars bieden afzonderlijke regeling
voor mic/lijningangen en muziekingangen voor
optimale weergave van de stem via de microfoons
speciaal voor uitstekende spraak of zang. Daarom
bieden de toonregelaars voor achtergrondmuziek de
beste muziekweergave.
1
figuur 5.2: Voorpaneel
Bosch Security Systems | 2008-03 | PLE-10M2-EU nl
2
3
9
10
De toonregelaars zijn geen standaardregelaars voor lage
en hoge tonen: zij kunnen worden gebruikt als een
traditionele toonregelaar met regeling voor hoog en
laag, maar hebben ook een sterke contour voor het
aanpakken van problemen die in praktijksituaties
voorkomen.
5.4.2
Toonregelaar voor microfoon/lijn
De toonregelaar voor de microfoon en lijningangen
maakt de stemmen warmer zonder gedreun te
versterken en sluit gedreun af zonder verlies van
warmte bij de lage frequenties. Bij de hoge frequenties
versterkt de toonregelaar het sprankelende zonder
scherp te worden, maar als het begrenzen eerst
plaatsvindt, wordt de hardheid en de scherpte
verminderd zonder de helderheid aan te tasten.
Gebruik de toonregelaars Hi (hoog) en Lo (laag) (zie
figuur 5.2, nummers 3 en 10) voor het collectief
veranderen van de toon van microfoon/lijningangen 1
t/m 6.
5.4.3
Toonregelaar voor muziek
De toonregelaar voor de muziekingangen versterkt de
diepe bastonen eerst zonder het geluid dreunend te
maken en sluit gerommel af zonder verlies van warmte
bij de lage frequenties. Bij de hoge frequenties werkt de
toonregelaar hetzelfde als bij de microfooningangen,
maar dan met iets andere frequenties die geschikt zijn
voor weergave van muziek.
Gebruik de toonregelaars Hi (hoog) en Lo (laag) (zie
figuur 5.2, nummers 5 en 13) voor het veranderen van
de toon van de geselecteerde muziekbron.
4
5
11
12
13
14
nl | 28
6
7
8
B
15
16
17