Inhoudsopgave
Advertenties
Divisione Elettronica e Sistemi Integrati – San Pietro Mosezzo (NO) - Italië
De handmatige modus wordt geselecteerd door instelling van de maximale drempelwaarde op 0 en voert terug naar het reeds voorzien
alarmbeheer voor de andere groottes, met configuratie van de maximale snelheidslimiet in één van de 6 programmeerbare alarmen.
Instelling totalisatoren
Het is mogelijk om met het toetsenbord de waarde van de totalisatoren in te stellen aan de hand van de meetomstandigheden Vm en de
referentieomstandigheden Vb, ten opzichte van de lijnen 1 en 2, en beide totalisatoren van de foute volumes Vme (1 en 2) te resetten. De
totalisatoren van het station kunnen niet worden ingesteld.
6.2.2
Station
De gegevens van het volume en het debiet betreffende het station zijn altijd de som van de overeenkomstige gegevens van de twee
meetlijnen.
Volumes en totalisatoren:
TotVm = Vm1 + Vm2
TotVme = Vme1 + Vme2
TotVb = Vb1 + Vb2
Debietwaarden:
TotQm = Qm1 + Qm2
TotQb = Qb1 + Qb2
6.3 Regeling
Het apparaat voert een regelingsactiviteit uit door het bedienen van 4 onafhankelijke kleppenbedieningsuitgangen (2 UP-opdrachten en 2
DOWN -opdrachten). Het gebruik van de kleppen wordt bepaald door de configuratie:
-
redundante modus: de opdrachten voor een klep van het eerste paar worden herhaald voor de overeenkomstige klep (dezelfde
richting) van het tweede paar met een vertraging gelijk aan de activeringstijd van de klep.
-
gelijke verdeling: de kleppen van elk paar worden alternatief geactiveerd afhankelijk van bepaalde configuratie-informatie en
gebruiksmetingen
De volgende tabel toont de prioriteiten van de functies die bijdragen aan het bepalen van de inschakeling. De verwerking van de regelcyclus
zal plaatsvinden in overeenstemming met de geprogrammeerde cyclustijd.
Prioriteit
1
2
3
4
5
6
Onderstaand worden kort de bovenstaande functies beschreven.
6.3.1
Noodknop
Het langer dan 3 seconden ingedrukt houden van de noodknop start de stopprocedure van de automatische regeling, met de ingang in
geforceerde onderhoudsstatus.
De activering van de noodprocedure wordt geregistreerd via een specifieke gebeurtenis en alarm.
In de noodstatus kan de operator de afvoer van de druk van de tank besturen, die zal worden uitgevoerd in overeenstemming met dezelfde
modi als voor de uitschakeling van de belastingen (EUM) beschreven in de volgende paragraaf.
Met een speciale opdracht vanaf het toetsenbord kan de noodstatus worden opgeheven en de automatische regeling in de inactieve status
worden gebracht.
6.3.2
Eind user management - EUM - beheer eindgebruiker - Uitschakeling belastingen.
Indien ingeschakeld in de configuratie, wordt deze functie geactiveerd na het verstrijken van een geplande datum en tijd.
Deze functie omvat ook een Qlimeum-drempel die de functie slechts zal activeren wanneer voorbij de controletijd tevens een debietlimiet
wordt overschreden. Wanneer Qlimeum = 0, wordt de uitschakelingsfunctie verbonden aan het debiet niet in beschouwing genomen.
De informatie in deze gebruikershandleiding is eigendom van Pietro Fiorentini S.p.A. - Reproductie verboden
Gebruikershandleiding
0 bar < Pd <= 2 bar
2 bar < Pd <= 25 bar
25 bar < Pd
Functie
Noodknop
End user management (EUM)
Debietbeperking (FL)
BackPressure
Remote PAS Compensation
Tank Pressure Monitoring (TPM)
FIO 2.0 - Gebruikershandleiding – Ed .0 herz. 5
De technische gegevens kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd
FIO2
V max = 400 m/s
V max = 400-((Pd-2)/23*340) m/s
V max = 60 m/s
NEDERLANDS
Pagina 37 van 74
Advertenties
Inhoudsopgave
