7
Bedieningsprocedures
7.1 De productie starten
7.1.1
7.1.2
Waarschuwing
Alleen opgeleide medewerkers mogen de machine bedienen.
Waarschuwing
Lees en begrijp het gedeelte
aan de machine uitvoert.
Controles vóór opstarten
Voer deze controles uit voordat u de machine start:
•
De netschakelaar is niet vergrendeld.
•
De machine heeft geen labels met "NIET INSCHAKELEN – ONDERHOUD IN
UITVOERING".
•
Er zijn geen personen in de buurt van de machine aanwezig.
•
Er is geen vuil en/of er zijn geen vreemde objecten in of op de machine
aanwezig.
•
De noodstopknop is vrijgegeven.
•
Alle deuren en panelen van de machine zijn gesloten.
•
De koeler is aangesloten op (hulp)voeding.
•
De luchtpomp is aangesloten op (hulp)voeding.
•
De rookafzuiginstallatie is aangesloten op (hulp)voeding.
De machine starten
De machine starten:
1.
Zet de netschakelaar op AAN.
De machine start in de status noodstop.
2. Druk op de resetknop van de noodstop.
De machine staat in de operationele staat. Aan het begin van de
operationele staat, start de machine de referentieprocedure. Het is nu al
mogelijk om een productieprogramma naar de machine te verzenden, of
een demobediening (zonder laser) uit te voeren.
Veiligheid op pagina 17
voordat u werkzaamheden
Solutions for creators and producers
47