Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Zet de machine altijd af, wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en laat de machine afkoelen voordat
u de machine afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de machine om brand te
voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.
•
Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij
een open vlam, vonk of waakvlam bij bv. een
geiser of andere apparaten.
De machine veilig vervoeren
•
Wees voorzichtig bij het in- of uitladen van de
machine.
•
Zet de machine vast zodat ze niet kan gaan rollen.
De onderkant van de
machine reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
WAARSCHUWING
Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt
aan de onderkant van de maaimachine.
• Draag oogbescherming.
• Blijf in de bedieningspositie (achter de
handgreep) staan als de motor loopt.
• Houd omstanders uit de buurt.
Om de beste resultaten te verkrijgen, dient u de
machine te reinigen zodra u klaar bent met maaien.
1.
Plaats de maaimachine op een vlakke en
verharde ondergrond.
2.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat.
3.
Zet de machine in de laagste maaistand; zie
maaihoogte instellen (bladz.
4.
Reinig het gebied onder de achterklep waar het
maaisel vanuit de behuizing naar de grasvanger
gaat.
Opmerking:
Reinig het gebied met de hendel
helemaal naar voren en helemaal naar achteren.
De
8).
13
5.
Bevestig een tuinslang die aangesloten is op
een kraan aan de snelwasaansluiting
18).
Figuur 18
1. Snelwasaansluiting
6.
Draai de kraan open.
7.
Start de motor en laat deze lopen totdat er geen
maaisel meer onder de machine vandaan komt.
8.
Zet de motor af.
9.
Draai de kraan dicht en maak de tuinslang los
van de maaimachine.
10.
Start de motor en laat deze een paar minuten
lopen om de onderzijde van de machine te
drogen zodat deze niet gaat roesten.
11.
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte opslaat.
(Figuur
g188338