Bediening
Extra functies kiezen
U kunt het geselecteerde programma
aanvullen met extra functies.
^ Selecteer daarvoor het menupunt
Extra functies
Op het display worden de extra func-
ties weergegeven die bij het
geselecteerde programma mogelijk
zijn.
In totaal zijn er de volgende extra func-
ties:
Turbo:
– Voor het verkorten van de program-
maduur.
Het verbruik stijgt om een optimaal
reinigingsresultaat te bereiken.
In combinatie met het programma
Snel
zorgt de functie "Turbo" voor
een spoelbeurt met koud water om
vaatwerk dat pas op een later tijdstip
wordt afgewassen voor te spoelen
(bijv. wanneer de afwasautomaat
nog niet vol is).
Voorspoelen:
– Voor het verwijderen van makkelijk
op te lossen vuil.
Inweken:
– Voor het losweken van aangekoekt
vuil.
Wanneer u poedervormig reinigings-
middel gebruikt, doseer dan ca. 5 g
reinigingsmiddel in vakje I.
Drogen Plus (of een gelijkaardige
functie):
– Voor een betere droging van vaat-
werk dat moeilijk te drogen is, nl.
vaatwerk dat ongelijke vlakken heeft
of van kunststof is.
46
.
Onderste korf intensief (of een
gelijkaardige functie):
– Voor het afwassen van sterk vervuild
vaatwerk in de onderste korf terwijl u
in de bovenste korf delicaat vaatwerk
afwast.
De functie verhoogt de reinigings-
kracht in de onderste korf tijdens het
programma dat u hebt gekozen.
Afhankelijk van het programma kan
de duur daardoor lichtjes langer wor-
den.
De functie blijft ingeschakeld voor
het desbetreffende programma, tot-
dat u de functie weer uitschakelt.
^ Selecteer de gewenste extra functies
en bevestig met
De extra functie die geselecteerd is
wordt met een vinkje
^ Wilt u een gekozen extra functie weer
uitschakelen, doe dat dan met de
desbetreffende toets.
^ Hebt u alle instellingen gekozen, be-
vestig deze dan met
Op het display verschijnt weer het
menu van het geselecteerde program-
ma.
In dit menu staat de melding
functies gekozen
melding).
OK
.
aangegeven.
(
OK
.
Extra
(of een gelijkaardige