Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
5. Configuratie
5.1 Het slave adres programmeren
Het slave adres wordt via de M12 stekker geprogrammeerd. Via een
AS-i busmaster of handprogrammeertoestel kan een adres van 1 tot 31
ingesteld worden.
5.2 Configuratie van de veiligheidsmonitor
De BNS 16 AS moet als tweekanalig afhankelijke module met
opstarttest in de veiligheidsmonitor ASM geconfigureerd worden.
In de configuratiesoftware ASIMON kan de BNS 16 As, in functie
van de gebruikte variant, met de volgende veiligheidssmodules
geconfigureerd worden (zie ook ASIMON handleiding)
Tweekanalig afhankelijk
• met opstarttest
• Synchronisatietijd typisch 0,5 à 2,0 s
Tweekanalig afhankelijk met filtering
Het gebruik van deze veiligheidsmodule biedt voordelen bij
veiligheidsdeuren die tijdens het sluiten tegen de aanslag natrillen of
vibreren.
• met opstarttest
• Stabilisatietijd typisch: 0,5 - 1,0 s
• Synchronisatietijd typisch 5,0 à 10,0 s
De veiligheidsmodule wordt pas vrijgegeven na afloop van de
stabilisatietijd en de gekozen synchronisatietijd moet aanzienlijk langer
zijn dan de stabilisatietijd.
De configuratie van de veiligheidsmonitor moet door
een bevoegde veiligheidsexpert / veiligheidsbeambte
gecontroleerd en geaccordeerd worden.
6. Diagnose
6.1 LED aanduidingen
De LED's hebben de volgende betekenis (volgens EN 50295):
gele LED:
Kanaal 1 / AS-i SaW-Bit 0,1
groen/rode LED
AS-Interface toevoerspanning/
(AS-i duo LED):
AS-Interface communicatiefout of
slave adres = 0 of periferiefout
gele LED:
Kanaal 2 / AS-i SaW-Bit 2,3
Channel1
AS-iDuo LED
Channel2
4
7. Gebruik en onderhoud
7.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
2. Intactheid van de kabelaansluitingen
3. BNS 16 AS op het AS-Interface netwerk aansluiten
4. Parameteruitgangen op "1111" (0xF) instellen
5. De correcte functie van het geheel van BNS en BPS via de
geconfigureerde veiligheidsmonitor ASM testen
7.2 Onderhoud
Bij een zorgvuldige montage en mits inachtneming van de hiervoor
beschreven opmerkingen is slechts een miniem onderhoud vereist.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan,
inclusief de volgende stappen:
1. Verwijdering van stof en vuil
2. Controle van de kabelaansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
8. Demontage en afvalverwijdering
8.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
8.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
BNS 16 AS