Een WLAN activeren
1. Selecteer in de menustand Wi-Fi.
2. Selecteer de cirkel in het midden om een WLAN te
activeren.
Het WLAN wordt op de achtergrond geactiveerd,
maar verbruikt wel batterijvermogen. Activeer het
WLAN daarom alleen wanneer dit nodig is, om de
batterij te sparen.
Een WLAN zoeken en er verbinding mee
maken
1. Selecteer in de menustand Wi-Fi → Vernieuw.
2. Selecteer een netwerksymbool → Voeg toe en voeg
een verbindingsprofiel toe.
• Als er voor het gewenste netwerk een IP-adres,
subnetmasker, DNS of gateway moet worden
opgegeven, selecteert u Geavanceerde
instellingen.
• De WLAN-beveiliging moet worden ingesteld als
de geselecteerde netwerkconfiguratie.
52
3. Selecteer in de menustand Internet of Communities,
of selecteer in de standby-stand een online widget.
4. Selecteer een symbool van een netwerk en sleep het
naar het midden (indien nodig).
De telefoon maakt verbinding met het netwerk via het
verbonden WLAN-profiel.
Als u internet via een andere methode wilt bereiken,
wijzigt u het verbindingsprofiel in de gewenste
methode.
Zo maakt u verbinding met een WLAN via een WPS-
toegangspunt (Wi-Fi Protected Setup):
1. Selecteer in de menustand Wi-Fi → Vernieuw.
2. Selecteer een WPS-symbool (
toe.
3. Selecteer WPS-drukknop of Geef PIN WPS in
afhankelijk van het type toegangspuntapparaat.
4. Selecteer Start en druk binnen 2 minuten op een
WPS-knop op het toegangspuntapparaat.
Of geef een PIN-code in op het toegangspuntapparaat
en selecteer binnen 2 minuten Start.
) en selecteer Voeg