Code
Soort Betekenis
3
6C
306
Er is een ionisatiestroom gemeten, nadat de
brander is gedoofd.
6C
509
–
De branderautomaat is defect.
6H
607
–
Ionisatie valt weg kort na het ontsteken van de
brander.
6L
229
2 3 Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten tij-
dens het branden.
6P
269
De ontstekingsunit is te lang aangestuurd.
7A
550
–
De netspanning is te laag.
7A
608
–
De netspanning of ModuLine thermostaat wordt
extern beenvloed.
3
7C
231
De netspanning is tijdens een vergrendelende
storing onderbroken geweest.
7C
609
–
Zekering F3 is defect.
2
7H
328
Er is een kortstondige onderbreking van de net-
spanning geweest.
7H
356
2
De netspanning is lager dan is toegestaan.
3
7L
261
De branderautomaat is defect.
7L
280
3
8Y
232
Het externe schakelcontact is geopend.
9A
235
3
De KIM is te nieuw voor de branderautomaat.
3
9A
360
De geplaatste KIM correspondeert niet met de
branderautomaat.
3
9A
361
De geplaatste branderautomaat correspondeert
niet met de KIM.
9C
322
–
De branderautomaat ziet geen KIM.
9C
610
–
9F
611
–
De branderautomaat is defect.
Tabel 24 Displaycodes
TrendLine AquaPower Plus II • 6720815768 (2017/02)
Oplossing
▶ Inspecteer het ionisatiegedeelte van de ontstekingsunit. Vervang het on-
derdeel indien nodig.
▶ Controleer of na einde branderfase de de gas-luchtverhouding gehand-
haafd blijft.
▶ Controleer of er na einde branderfase spanning op het gasregelblok blijft
staan.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controller de luchtrestrictie en/of gasinspuiter op juiste montage.
▶ Controleer de stuurleiding tussen het gasblok en meetpunt P1 op juiste
montage en lekkage.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding en stel deze indien nodig opnieuw in.
▶ Controleer het cv-toestel op vervuiling, voer zo nodig onderhoud uit.
▶ Controleer de dynamische gasvoordruk.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de ionisatiepen.
▶ Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage. Vervang het
onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de netspanning van de contactdoos waarop het cv-toestel is
aangesloten.
▶ Controleer op aanwezige aggregaten, windmolens of machines.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ModuLine te vervangen.
▶ Reset het cv-toestel.
▶ Controleer de zekering F3 op de achterzijde van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer of de storing het gevolg kan zijn geweest door de aanwezig-
heid van een aggregaat, windmolen of andere apparatuur die een onder-
breking kan veroorzaken.
▶ Controleer de elektrische installatie.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de draadbrug op de aansluiting van het externe schakelcon-
tact.
▶ Controleer het externe schakelcontact.
▶ Vervang de branderautomaat door één met de meest recente software.
Op de barcode van de branderautomaat staat de softwareversie vermeld.
▶ Controleer het KIM-nummer.
▶ Plaats de KIM met het juiste KIM-nummer.
▶ Controleer het nummer op de branderautomaat.
▶ Plaat de KIM met het juiste KIM-nummer.
▶ Controleer de connector en de bekabeling van de KIM.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
Displaycodes | 11
37