16
In geval van twijfel, raadpleeg de leverancier van uw taster.
TASTER WIL NIET AAN GAAN
De taster staat al aan.
Lege batterij.
Batterij is niet correct
geïnstalleerd.
De taster is niet
correct uitgelijnd met
de OMM/OMI.
Lichtbundel
geblokkeerd
OMM/OMI signaal is
te zwak.
Geen stroom naar
MI 12 of OMI
TASTER STOPT HALVERWEGE DE CYCLUS
Lichtbundel
geblokkeerd
Taster botsing
Beschadigde kabel.
Geen stroomtoevoer.
Taster kan
doeloppervlak niet
vinden.
Foutopsporing
Zet de taster, zo nodig, uit.
Vervang batterij.
Controleer of de batterij
correct is geïnstalleerd.
Controleer de uitlijning en of
de OMM/OMI goed vastzit.
Controleer of het OMM/OMI
venster schoon is/verwijder
obstructie.
Zie werkbereik.
Controleer of er een
stabiele 24 V stroomtoevoer
is. Controleer aansluitingen
en zekeringen.
Controleer de OMI/MI 12
LED voor foutmeldingen.
Verwijder obstructie.
Zoek oorzaak en verhelp
het probleem.
Controleer kabels.
Controleer stroomtoevoer.
Er ontbreekt een onderdeel
of het zit niet op de juiste
plaats.
TASTER LOOPT VAST
Inspecteer taster aan de
hand van tasterkalibratie-
signalen.
Werkstuk blokkeert
tasterpad.
Lengteafwijking van de
taster ontbreekt.
SLECHTE TASTER REPETEERBAARHEID
Vuil op onderdeel.
Slechte repeteerbaarheid
gereedschapvervanging.
Taster zit niet goed vast op
de shank/losse stylus.
Taster 180° georiënteerd
vanuit de gekalibreerde
positie of wegens M19
oriëntatie.
Het kalibreren en het
bijstellen van de
instellingen vinden niet
plaats.
Kalibratie- en meetsnel-
heden zijn niet gelijk.
Het gekalibreerde
onderdeel is bewogen.
Meting vindt plaats terwijl
de stylus het oppervlak
verlaat.
Isoleer de kalibreertaster
wanneer er twee systemen in
gebruik zijn.
Controleer de tastersoftware.
Controleer de tastersoftware.
Maak onderdeel schoon.
Controleer repeteerbaar-heid
van de taster door vanuit één
punt te bewegen.
Controleer en draai vast
indien nodig.
Controleer tasterpositie en
centreerinstelling.
Controleer de tastersoftware.
Controleer de tastersoftware.
Controleer positie.
Controleer de tastersoftware.